Beniamino Kard. Stella - 29 juni 2020
De geldende canonieke norm Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 536. § 1 laat de beslissing over de oprichting van een pastorale raad in de parochies over aan de diocesane bisschop, wat tochten zeerste aan te bevelen is, zoals paus Franciscus het ons voorhield: Hoe noodzakelijk zijn pastorale raden! Een bisschop kan een bisdom niet leiden zonder pastorale raad. Een pastoor kan geen parochie leiden zonder parochieraad. Paus Franciscus, Toespraak, Kathedraal van San Rufino, Assisi, Bij de ontmoeting met de clerus, religieuzen en leden van pastorale raden (4 okt 2013) De flexibiliteit van de norm laat in elk geval aanpassingen toe die in concrete omstandigheden aangewezen zijn zoals bijvoorbeeld in het geval dat meerdere parochies aan één pastoor of aan één pastorale eenheid zijn toevertrouwd: in dergelijke gevallen is het mogelijk om één parochieraad voor meerdere parochies op te richten.
De theologische betekenis van parochieraad / pastorale raad is wezenlijk verbonden met het eigene van de Kerk, namelijk met haar hoedanigheid van ‘het Lichaam van Christus’ die een ‘spiritualiteit van gemeenschap’ impliceert. In de christelijke gemeenschap kan de veelheid van charismatische gaven en bedieningen die voortvloeit uit de menswording van Christus en de gaven van de Heilige Geest, niet herleid worden tot uniformiteit, tot de verplichting om alles gemeenschappelijk en op dezelfde manier te doen, om alles altijd op dezelfde manier te denken. Vgl. Paus Franciscus, Homilie, Hoogfeest van Pinksteren - Sint Pietersplein, Een nieuw volk, een nieuw hart (4 juni 2017) Integendeel, op grond van het algemene priesterschap van de gelovigen Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 is iedere gelovige voorbestemd om het hele Lichaam op te bouwen. Tegelijkertijd neemt het hele volk van God, in een wederzijdse medeverantwoordelijkheid van haar leden, deel aan de zending van de Kerk, dat wil zeggen dat het de tekenen van Gods aanwezigheid in de geschiedenis onderscheidt en getuigt van zijn Koninkrijk. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Omnes Christifideles (25 jan 1973), 4.9 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 27
Verre van een louter bureaucratisch orgaan te zijn, benadrukt en realiseert de parochieraad / pastorale raad dat het volk van God centraal staat als onderwerp en actieve deelnemer van de evangelisatieopdracht, omdat elke gelovige door het doopsel en vormsel de gaven van de Heilige Geest ontvangen heeft:
"Door het doopsel opnieuw geboren worden in het goddelijk leven is een eerste stap. Dan is het nodig om zich te gedragen als Kind van God, namelijk door gelijkvormig te worden aan Christus die werkt in de Heilige Kerk en door deel te nemen aan haar zending in de wereld. Dit is wat de zalving van de Geest doet: ‘zonder uw kracht hebben wij er geen’(cf. Pinkstersequentie).(...) Zoals Jezus’ hele leven geïnspireerd werd door de Heilige Geest, zo staat het leven van de Kerk en van elk van haar leden onder de leiding van dezelfde Geest. Vgl. Paus Franciscus, Audiëntie, Catechesereeks over het H. Vormsel - Sint Pietersplein, H. Vormsel 1. - Het christelijk getuigenis (23 mei 2018), 2
In het licht van deze fundamentele visie kunnen we de woorden van de Heilige Paulus VI in herinnering brengen: Het is de taak van de pastorale raad om alles wat de pastorale activiteiten aanbelangt te bestuderen, zorgvuldig af te wegen en vervolgens praktische conclusies eraan te verbinden om zo de overeenstemming van het leven en het handelen van het volk van God met het Evangelie te bevorderen Vgl. H. Paus Paulus VI, Motu Proprio, Implementatie van "Christus Dominis", "Presbyterium Ordinis", "Perfectae Caritatis" en "Ad Gentus Divinitas", Ecclesiae Sanctae (8 juni 1966). I,16,§1, in het besef, zoals paus Franciscus ons eraan herinnerde, dat het doel van deze raad
"niet in eerste instantie de kerkelijke organisatie is, maar de missionaire droom iedereen te bereiken". Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 31
De pastorale raad is een adviesorgaan, opgericht volgens de normen van de diocesane bisschop die de samenstelling, de modaliteiten voor de verkiezing van de leden, de doelstellingen en de werking ervan bepalen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 536. § 2 Om het eigene van deze raad niet te ontkrachten, is het beter om hem niet te benoemen als ‘team’ of ‘ploeg’, aangezien een dergelijke terminologie niet geschikt is om de juiste kerkelijke en canonieke relatie tussen de pastoor en de andere gelovigen correct uit te drukken.
Overeenkomstig de diocesane normen hieromtrent moet de pastorale raad daadwerkelijk representatief zijn voor de gemeenschap die hij in al zijn geledingen vertegenwoordigt (priesters, diakens, Godgewijden en leken). De raad vormt het specifieke kader waarbinnen de gelovigen hun recht en hun plicht kunnen uitoefenen om hun gedachten over het welzijn van de parochiegemeenschap aan de herders en ook aan de andere gelovigen kenbaar te maken. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 212. §3
De belangrijkste functie van de pastorale parochieraad is het onderzoeken en bestuderen van praktische voorstellen voor pastorale en caritatieve parochiale initiatieven, in harmonie met wat er in het bisdom leeft.
De parochieraad bezit slechts een raadgevende stem Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 536. §2, in die zin dat zijn voorstellen door de pastoor positief aanvaard moeten worden om operationeel te worden. De pastoor van zijn kant moet zorgvuldig rekening houden met de suggesties van de parochieraad, vooral wanneer deze na een gezamenlijk onderscheidingsproces bij consensus verwoord zijn.
Opdat de werking van de parochieraad doeltreffend en vruchtbaar zou zijn, moeten twee uitersten vermeden worden. Enerzijds dat de pastoor zich beperkt tot het voorleggen aan de parochieraad van beslissingen die hij al genomen heeft, of dat hij de vereiste informatie niet vooraf doorgeeft, of dat hij de raad slechts zelden, alleen pro forma bijeenroept. Anderzijds dat de pastoor slechts een van de leden is, waardoor hem in feite zijn rol als herder en gids van de gemeenschap afgenomen wordt. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Instructie: De priester, herder en leidsman van de parochiegemeenschap (4 aug 2002), 26
Ten slotte is het passend dat de parochieraad zoveel mogelijk samengesteld wordt uit degenen die daadwerkelijk verantwoordelijkheid dragen in het pastorale leven van de parochie, of zich concreet ervoor inzetten, om te voorkomen dat vergaderingen een uitwisseling van abstracte ideeën worden die geen rekening houden met het werkelijke leven van de gemeenschap, met haar mogelijkheden en problemen.