Beniamino Kard. Stella - 29 juni 2020
De theologische betekenis van parochieraad / pastorale raad is wezenlijk verbonden met het eigene van de Kerk, namelijk met haar hoedanigheid van ‘het Lichaam van Christus’ die een ‘spiritualiteit van gemeenschap’ impliceert. In de christelijke gemeenschap kan de veelheid van charismatische gaven en bedieningen die voortvloeit uit de menswording van Christus en de gaven van de Heilige Geest, niet herleid worden tot uniformiteit, tot de verplichting om alles gemeenschappelijk en op dezelfde manier te doen, om alles altijd op dezelfde manier te denken. Vgl. Paus Franciscus, Homilie, Hoogfeest van Pinksteren - Sint Pietersplein, Een nieuw volk, een nieuw hart (4 juni 2017) Integendeel, op grond van het algemene priesterschap van de gelovigen Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 is iedere gelovige voorbestemd om het hele Lichaam op te bouwen. Tegelijkertijd neemt het hele volk van God, in een wederzijdse medeverantwoordelijkheid van haar leden, deel aan de zending van de Kerk, dat wil zeggen dat het de tekenen van Gods aanwezigheid in de geschiedenis onderscheidt en getuigt van zijn Koninkrijk. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Omnes Christifideles (25 jan 1973), 4.9 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 27