
Paus Franciscus - 4 oktober 2020
FRATELLI TUTTI Alle mensen - Over broederschap en sociale vriendschap |
|||
► | Een vreemdeling op de weg (56-86) | ||
► | De smeekbede van de vreemdeling (84-86) |
Ten slotte wil ik opmerken dat Jezus in een andere passage van het Evangelie zegt: " Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen" (Mt. 25, 35). . Jezus kon die woorden uitspreken omdat Hij een open hart had dat gevoelig was voor de problemen van anderen. De Heilige Paulus spoort ons aan "Verblijdt u met de blijden en weent met hen die wenen. " (Rom. 12, 15). Als ons hart dat doet, is het in staat zich met anderen te identificeren zonder zich zorgen te makenons over waar ze geboren zijn of vandaan komen. In dat proces gaan we anderen ervaren als "ons eigen vlees". Vgl. Jes. 58, 7
Voor christenen hebben de woorden van Jezus een nog diepere betekenis. Ze dwingen ons om Christus zelf te erkennen in elk van onze achtergelaten of uitgesloten broeders en zusters. Vgl. Mt. 25, 40.45 Geloof beschikt over de onnoemelijke kracht om ons respect voor de anderen te inspireren en te ondersteunen, want wie gelooft, leert dat God elke man en elke vrouw liefheeft met een oneindige liefde en
"daardoor een oneindige waardigheid verleent aan de hele mensheid." H. Paus Johannes Paulus II, Angelus/Regina Caeli, Tijdens de bijeenkomst met gehandicapten in de kathedraal van Osnabrück (16 nov 1980)
Wij geloven eveneens dat Christus zijn bloed voor ieder van ons heeft vergoten en dat niemand buiten het bereik van zijn universele liefde valt. Als we naar de ultieme bron van die liefde gaan, namelijk het leven van de drie-ene God, ontmoeten we in de gemeenschap van de drie goddelijke personen de oorsprong en het perfecte model van alle leven in de samenleving. De theologie blijft zich nog altijd verrijken door haar reflectie op deze grote waarheid.
Ik vraag me soms af waarom het, in het licht hiervan, zo lang heeft geduurd voordat de Kerk de slavernij en verschillende vormen van geweld ondubbelzinnig heeft veroordeeld. Vandaag hebben we met onze ontwikkelde spiritualiteit en theologie geen excuses meer. En toch zijn er mensen die zich door hun geloof naar eigen zeggen aangemoedigd of op zijn minst toch toegestaan weten om variëteiten van bekrompen en gewelddadig nationalisme, xenofobie en minachting, en zelfs mishandeling van wie anders is, te blijven steunen. Geloof, en het humanisme dat het inspireert, moet erg kritisch blijven tegenover die tendensen, en meteen reageren wanneer ze de kop opsteken. Daarom is het belangrijk dat catechese en verkondiging directer en duidelijker spreken over de sociale betekenis van het menselijke bestaan, de broederlijke dimensie van de spiritualiteit, onze overtuiging van de onvervreemdbare waardigheid van elke persoon en onze beweegredenen om al onze broeders en zusters lief te hebben en te aanvaarden.