
H. Paus Johannes Paulus II - 5 juni 1983
Ave, verum, Corpus natum de Maria Virgine! - Gegroet, waarachtig Lichaam geboren uit de Maagd Maria!
Op het feest van het Allerheiligst Lichaam en Bloed van Christus stijgt onze dankbaarheid op met erkentelijkheid naar de Vader die ons het Goddelijke Woord heeft gegeven, Levend Brood dat uit de hemel is neergedaald; en deze dank gaat ook uit met vreugde naar de Maagd, die de Heer het onschuldige Lichaam en het kostbaar Bloed heeft aangeboden dat wij op het altaar ontvangen. Ave, verum Corpus: waarachtig Lichaam, waarlijk ontvangen middels de Heilige Geest, gedragen in de schoot met onbeschrijfelijke liefde (Prefatie II van Advent), voor ons geboren uit de Maagd Maria: natum van Maria Virgine.
Dat goddelijke Lichaam en Bloed, die na de consecratie op het altaar aanwezig zijn en aan de Vader worden aangeboden en tot gemeenschap van liefde voor allen worden, onszelf versterkend in de eenheid van de Geest om de Kerk te stichten, behouden hun oorspronkelijke herkomst van Maria. Zij heeft dat Lichaam en dat Bloed bereid, alvorens ze het aan het Woord aan te bieden als een gave van de hele menselijke familie, opdat Hij zich ermee zou bekleden en onze Verlosser, Hogepriester en Slachtoffer te worden.
Aan de wortel van de Eucharistie staat daarom het maagdelijke en moederlijke leven van Maria, haar overvloeiende ervaring van God, haar weg van geloof en liefde, zij die door de Heilige Geest, van haar lichaam een tempel, van haar hart een altaar heeft gemaakt: aangezien zij niet naar de natuur is ontving, maar door het geloof, met een vrije en bewuste daad: een daad van gehoorzaamheid. En als het Lichaam dat wij eten en het Bloed dat wij drinken het onschatbare geschenk van de verrezen Heer is voor ons reizigers, draagt het ook, als welriekend Brood, de smaak en de geur van de maagdelijke Moeder met zich mee.
Vere passum, inmolatum in cruce pro homine. Dit Lichaam leed werkelijk en werd door de mens aan het kruis geofferd.
Geboren uit de Maagd om een zuivere, heilige en onbevlekte offerande te zijn, heeft Christus op het altaar van het kruis het unieke en volmaakte offer gebracht, dat elke Mis hernieuwt en tegenwoordig stelt op onbloedige wijze. In dat ene offer nam Maria, de eerste verloste, de Moeder van de Kerk, actief deel. Zij stond aan de zijde van de Gekruisigde en leed diep met haar Eengeborene: zij verenigde zich met haar moederlijke geest met Zijn offer; zij stemde met liefde in met Zijn offer Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 58 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving, Marialis Cultus (2 feb 1974), 20: zij bood Hem aan en bood zichzelf aan aan de Vader. Elke Eucharistie is een gedachtenis aan dat offer en van het Pasen dat de wereld het leven teruggaf; elke Mis brengt ons in innige gemeenschap met Haar, de Moeder, wiens offer "opnieuw tegenwoordig gesteld wordt", zoals het offer van de Zoon "opnieuw tegenwoordig gesteld wordt" in de woorden van de consecratie van brood en wijn die door de priester wordt uitgesproken. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, Catechese over de H. Eucharistie - Sint Pietersplein, Het offer van Christus geeft de mensheid haar vruchten van verzoening en verlossing (1 juni 1983), 2
{...}
Aan het einde van de gebedsbijeenkomst gewijd aan de gemeenschappelijke moeder, de Allerheiligste Maagd, begroet ik alle Spaanstalige aanwezigen van harte afkomstig uit verschillende plaatsen.
Ik wens u allen dat de Mariale devotie, beleefd in al zijn volheid en waarheid, u naar het laatste middelpunt van alle vroomheid zal leiden, naar Christus Jezus, de Verlosser, wiens verlossingswerk we bijzonder in dit Heilige Jaar gedenken.
{...}