• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De Kerk heeft van deze waarden een bewustzijn dat tegelijk veelzijdig is en op eenheid gericht, zoals de dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
, waarvan de twintigste verjaardag van de afkondiging juist een maand geleden viel (21 november), op een heel bekende bladzijde goed in het licht stelde. In 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
van het fundamentele conciliedocument wordt aan de houding van de Kerk herinnerd tegenover de eigen 'rijkdommen, hulpbronnen en levensgewoonten' van de verschillende volkeren: de Kerk ziet daarin evenzovele 'gaven' die de verschillende culturen erdoor vormen en is daarom heel blij die te ontvangen, terwijl zij zich ook verplicht voelt ze uit te zuiveren, te bevestigen en te verheffen. Vooral door de universele aard welke haar tooit en onderscheidt, weet de Kerk dat zij deze 'gaven' in een hogere eenheid tot overeenstemming moet brengen, opdat ze bij zouden dragen aan de geleidelijke vestiging van het ene rijk van Christus. En 'dank zij deze algemeenheid brengen de afzonderlijke delen hun eigen gaven aan ten gunste van de andere delen en van de gehele Kerk. Zo groeit het geheel en groeien de afzonderlijke delen, die alle met elkaar in gemeenschap blijven en voor de volheid in de eenheid samenwerken'.

Er is meer: deze gedachtegang voortzettend biedt de tekst een grondstelling van de katholieke ecclesiologie. Deze brengt naar voren dat 'er in de kerkelijke gemeenschap op wettige wijze particuliere kerken bestaan, die hun eigen tradities bewaren doch het primaat van de zetel van Petrus erkennen. Deze neemt het voorzitterschap over heel de liefdesgemeenschap waar, beschermt de rechtmatige verscheidenheid en zorgt er tevens voor, dat het bijzondere de eenheid niet zou schaden, maar veeleer bevorderen'.

Men zou zich moeilijk duidelijker en dieper kunnen uitdrukken: de universele Kerk wordt voorgesteld als een gemeenschap van (particuliere) kerken en indirect als een gemeenschap van naties, talen en culturen. Elk van hen draagt haar eigen 'gaven' bij aan het geheel, zoals elke generatie en elk menselijk tijdperk, elke wetenschappelijke en sociale verworvenheid en de geleidelijk bereikte beschavingsniveaus die bijdragen.

Vandaag wordt veel aangedrongen op de 'bijzondere' christelijke ervaringen, welke de particuliere kerken opdoen in de sociaal-culturele samenhang, waarin elk van hen geroepen is te leven. Deze bijzondere ervaringen - zo wordt benadrukt - betreffen hetzij het woord van God dat gelezen en begrepen moet worden in het licht van gegevens die zich voordoen op de eigen bestaansweg: hetzij het liturgisch gebed dat moet putten uit de cultuur waarin de tekenen, gebaren en woorden zijn opgenomen, die voor de aanbidding, de eredienst en de viering dienen; hetzij de theologische bezinning welke zich moet bedienen van denkcategorieën die kenmerkend zijn voor iedere cultuur; hetzij tenslotte de kerkelijke gemeenschap zelf welke haar wortels heeft in de eucharistie, maar in haar concrete verklaring afhangt van de historisch-tijdelijke conditioneringen welke voortvloeien uit het opgenomen zijn in het milieu van een bepaald land of van een bepaald deel van de wereld.

Dat zijn perspectieven die niet zonder belang zijn voor de wegen van het theologisch onderzoek, welke zij lijken te openen ten opzichte van het onuitputtelijk mysterie van de Kerk en, meer nog, voor de mogelijkheden welke ze de gelovigen bieden om altijd vollediger de onmetelijke rijkdommen van het nieuwe door Christus gebrachte leven waar te nemen en zich eigen te maken. Maar het zijn perspectieven die om vruchtbaar te zijn de eerbiediging veronderstellen van een onontkoombare voorwaarde: deze ervaringen mogen niet op zichzelf of op onafhankelijke wijze, zo niet rechtstreeks in tegenstelling worden gezien met hetgeen de kerken in andere delen van de wereld beleven. Om authentieke ervaringen van de Kerk te vormen, moeten zij in overeenstemming zijn met die waartoe andere Christenen, in contact met verschillende culturele verbanden, menen geroepen te zijn te beleven om trouw te zijn aan de eisen die voortkomen uit het enige en identieke mysterie van Christus.

Deze verklaring raakt een centraal punt van de katholieke ecclesiologie en verdient te worden bekrachtigd. Toegeven aan 'isolationistische' richtingen of rechtstreeks 'middelpunt-vliedende' stromingen bevorderen is in strijd met de ecclesiologie van het Tweede Vaticaans Concilie. 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
maakt in het aangehaalde 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
de mogelijkheden duidelijk die een gezond pluralisme eigen zijn. Ze geeft evenwel met grote duidelijkheid nauwkeurig de grenzen ervan aan: het ware pluralisme is nooit een factor van verdeeldheid, maar een element dat bijdraagt aan de vorming van de eenheid binnen de universele gemeenschap van de Kerk.

Document

Naam: "DOMINUS PROPE EST" - "DE HEER IS NABIJ" (FIL. 4, 5)
Tot de kardinalen en de leden van de Romeinse curie bij de uitwisselingen van de Kerstgroeten 1984
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 21 december 1984
Copyrights: © 1985, Archief van de Kerken
Bewerkt: 23 juni 2020

Referenties naar dit document

 
Geen dossiers gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test