
Paus Benedictus XVI - 10 juni 2007
Beminde broeders en zusters:
Het huidige hoogfeest van Corpus Christi, dat afgelopen donderdag in het Vaticaan en in verschillende landen werd gevierd, nodigt ons uit na te denken over het hoogste mysterie van ons geloof: de Allerheiligste Eucharistie, de werkelijke tegenwoordigheid van onze Heer Jezus Christus in het Altaarsacrament. Telkens als de priester het eucharistische offer hernieuwt, herhaalt hij in consecratiegebed: “Dit is mijn lichaam ... Dit is mijn bloed.” Hij zegt dit door zijn stem, de handen en het hart te lenen aan Christus, die bij ons wilde blijven en het kloppende hart van de Kerk wilde zijn.
Maar ook na de viering van de goddelijke geheimen verblijft de Heer Jezus nog in de tabernakel; daarom prijzen we hem vooral met de eucharistische Aanbidding, zoals ik herinnerde in de recente post-synodale apostolische exhortatie Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Sacramentum Caritatis
Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk
(22 februari 2007) Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk, Sacramentum Caritatis (22 feb 2007), 66-69 Bovendien bestaat er een intrinsiek verband tussen de viering en de Aanbidding. Want de heilige Mis is in zichzelf de grootste daad van Aanbidding van de Kerk: “Niemand eet van dit vlees”, schrijft heilige Augustinus, “zonder het eerst te aanbidden” H. Augustinus, Enarrationes in Psalmos. 98, 9: CCL XXXIX, 1385 De Aanbidding buiten de heilige Mis zet voort en intensiveert wat tijdens de liturgische viering heeft plaatsgevonden, en maakt een ware en diepe ontvangst van Christus mogelijk.
Vandaag vindt er bovendien in christelijke gemeenschappen in alle delen van de wereld de eucharistische processie plaats, een unieke vorm van openbare Aanbidding van de Eucharistie, verrijkt met mooie en traditionele blijken van volksdevotie. Ik zou graag de gelegenheid willen benutten die deze plechtigheid biedt om de herders en alle gelovigen het gebruik van de eucharistische Aanbidding ten zeerste aan te bevelen. Ik spreek mijn waardering uit voor de instituten van gewijde leven, maar ook voor de verenigingen en broederschappen die op een speciale manier toegewijd zijn aan eucharistische Aanbidding: ze nodigen allen uit om Christus centraal te stellen in ons persoonlijke en kerkelijke leven.
Ik ben ook blij op te merken dat veel jongeren de schoonheid van Aanbidding ontdekken, zowel persoonlijk als in gemeenschap. Ik nodig priesters uit om jongerengroepen te stimuleren en ook om ze te volgen, zodat de vormen van gemeenschappelijke verering altijd passend en waardig zijn, met passende momenten voor stilte en voor beluisteren van het woord van God. In het leven van vandaag, vaak luidruchtig en afleidend, is het belangrijker dan ooit om het vermogen tot innerlijke stilte en ingetogenheid te hervinden: met de eucharistische Aanbidding kunnen we dat niet alleen doen rond het “ik”, maar ook in het gezelschap van het “jij” vol van de liefde die Jezus Christus is, “de God ons nabij”.
Moge de maagd Maria, eucharistische Vrouwe, ons binnenleiden in het geheim van de ware aanbidding. Haar nederige en eenvoudige hart was altijd gericht op het mysterie van Jezus, waarin zij de aanwezigheid van God en zijn verlossende Liefde aanbad. Dat door haar voorbede het geloof in het eucharistische Mysterie, de vreugde van deelname aan de heilige Mis, vooral die van de zondag, en het verlangen om te getuigen van de immense liefde van Christus in de hele Kerk moge toenemen.
Helaas krijg ik regelmatig verzoeken om tussenkomst ten behoeve van mensen, waaronder ook katholieke priesters, die om verschillende redenen en in verschillende delen van de wereld zijn ontvoerd. Ik draag ze allemaal in mijn hart en ik heb ze in mijn gebed voor ogen, onder andere denkend aan het pijnlijke geval van Colombia. Ik richt mijn dringende oproep tot de daders van deze betreurenswaardige daden, zodat ze zich bewust worden van het kwaad dat ze hebben gedaan en alle gevangenen zo snel mogelijk vrijlaten, zodat ze naar hun geliefden kunnen terugkeren. Ik vertrouw de slachtoffers toe aan de moederlijke bescherming van allerheiligste Maria, Moeder van alle mensen.
{Na begroeting van pelgrims in het Frans, Engels, Duits volgde die in het Spaans}
Ik groet met genegenheid de Spaanstalige pelgrims. In het bijzonder de groep burgers uit de zeven parochies van het vorstendom Andorra, vergezeld door hun burgemeesters, evenals de groep leerlingen en leraren van de school San José uit Reus. In de Eucharistie, het Sacrament van de liefde, openbaart Christus ons de oneindige liefde van God. Zoeken we ons heil bij de Maagd Maria om ons te helpen en ons te leren om met een steeds gezuiverd en dankbaar hart de gave te ontvangen waarin Christus zich schenkt in dit sacrament. Gezegende zondag!