COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
De vormende waarde van de sociale leer van de Kerk zou meer aandacht moeten krijgen in de catechese Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 30 . Catechese is het systematische onderricht in de christelijke leer in haar geheel om zo de gelovigen in te leiden in de volheid van het evangelische leven
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Catechese geven in onze tijd, Catechesi Tradendae (16 okt 1979), 18. Het ultieme doel van de catechese is “dat iemand niet alleen in aanraking komt met Jezus Christus maar tenslotte ook komt tot gemeenschap met Hem, ja tot intieme omgang”
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Catechese geven in onze tijd, Catechesi Tradendae (16 okt 1979), 5. Op die manier wordt het mogelijk om de werking van de heilige Geest te herkennen, die de gave van nieuw leven in Christus schenkt
Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 54. Vanuit dit perspectief bekeken mag de catechese
niet nalaten om, in haar
dienst tot geloofsopvoeding, aandacht te hebben voor “de inzet van de mens in dienst van zijn volledige bevrijding, voor het zoeken naar een meer solidaire en broederlijke maatschappij, voor de strijd om gerechtigheid en opbouwen van vrede”
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Catechese geven in onze tijd, Catechesi Tradendae (16 okt 1979), 29 Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 17. Om dit te realiseren moet het sociaal magisterium in zijn totaliteit worden voorgesteld: zijn geschiedenis, inhoud en methode. Direct contact met de teksten van de sociale encyclieken, gelezen in een ecclesiologische context, vermeerdert de kwaliteit van de opname en toepassing ervan, dankzij de bijdrage van de verschillende competenties en bekwaamheden die in de gemeenschap voorhanden zijn.
In de context van de catechese is het vooral van belang dat de sociale leer van de Kerk gericht wordt op het aanzetten tot actie voor de evangelisatie en de humanisering van de tijdelijke realiteiten. Met deze leer drukt de Kerk immers een theoretische en praktische kennis uit die het engagement voor de omvorming van het sociale leven steunt en die helpt om dit sociale leven steeds meer in overeenstemming te brengen met het goddelijke plan. Sociale catechese is gericht op de vorming van mensen die in gehoorzaamheid aan de morele orde, de ware vrijheid liefhebben, mensen “die zich een eigen oordeel vormen in het licht van de waarheid, aan hun daden gestalte geven met een besef van verantwoordelijkheid en die al wat waar en rechtvaardig is nastreven, in gerede bereidheid daarin met anderen samen te werken” 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 8. Het getuigenis van een christelijk leven heeft een buitengewoon vormende waarde: “in het bijzonder blijkt het leven in heiligheid, dat schittert in zoveel nederige en dikwijls aan het oog onttrokken leden van het volk Gods, de eenvoudigste en aantrekkelijkste weg te zijn, waarlangs het gegeven is, onmiddellijk de schoonheid van de waarheid, de bevrijdende kracht van de liefde van God, de waarde van de onvoorwaardelijke trouw aan alle eisen van de wet van de Heer, ook in moeilijke omstandigheden, waar te nemen” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 107.
De sociale leer van de Kerk moet de grondslag zijn van een intens en constant vormingswerk, in het bijzonder van de lekengelovigen. Dergelijke vorming moet rekening houden met hun verplichtingen in de burgerlijke maatschappij. “Het is de taak van de leken om uit eigen initiatief, en zonder passief richtlijnen of aanwijzingen af te wachten, de mentaliteit en het levensgedrag, de wetten en structuren van de burgerlijke samenleving te doordringen met een christelijke geest”
H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 81.
Het eerste niveau van de vorming van christelijke leken moet hen in staat stellen hun dagelijkse activiteiten in het culturele, sociale, economische en politieke domein effectief te kunnen vervullen en moet bij hen een plichtsgevoel aankweken dat ten dienste staat van het algemeen welzijn
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 75.
Een tweede niveau betreft de vorming van een politiek geweten dat de christelijke leken moet voorbereiden om politieke macht uit te oefenen. “Wie daarvoor geschikt zijn of kunnen worden, moeten zichzelf voorbereiden op de politiek, een moeilijk en tegelijk zeer edel beroep, en trachten ze te bedrijven zonder te denken aan eigen voordeel en winstbejag”
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 75.
Katholieke opvoedkundige instituties kunnen en moeten inderdaad een waardevolle vormende dienst vervullen door zich op een bijzondere manier toe te wijden aan de inculturatie van de christelijke boodschap, dit wil zeggen aan de vruchtbare ontmoeting tussen het Evangelie en de verschillende kennisdomeinen. De sociale leer van de Kerk is een noodzakelijk middel voor een doeltreffende christelijke opvoeding tot liefde, rechtvaardigheid en vrede, evenals voor een gewetensvolle rijping van de morele en sociale plichten in de verschillende culturele en beroepsmatige sferen.
Een belangrijk voorbeeld van een vormende institutie is dat van de “Sociale Weken” van de katholieken die door het magisterium altijd werd aangemoedigd. Zij vertegenwoordigen geprivilegieerde momenten van uitdrukking en groei van de lekengelovigen, die dan hun specifieke bijdrage op hoog niveau tot de tijdelijke orde kunnen leveren. Verschillende landen zijn van oordeel dat deze Weken waarachtige culturele laboratoria zijn voor de uitwisseling van reflecties en ervaringen, voor de studie van opkomende problemen en voor de identificatie van nieuwe werkzame benaderingen.