
26 oktober 2004
COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK | |||
► | DEEL 2 | ||
► | Het bevorderen van de vrede | ||
► | Bijbelse aspecten |
Zoals op buitengewoon heldere wijze blijkt uit de Messiaanse visie op vrede, is vrede het doel van het leven in de maatschappij: wanneer alle volken optrekken naar het huis van de Heer en Hij hen zijn wegen wijst, zullen zij de paden van vrede kunnen bewandelen Vgl. Jes. 2, 2-5 . Een nieuwe wereld van vrede die de ganse natuur omvat, wordt beloofd voor de Messiaanse tijd Vgl. Jes. 11, 6-9 , en de Messias zelf wordt de “Prins van de vrede” (Jes. 9, 5) genoemd. Daar waar zijn vrede regeert, daar waar zij ook maar gedeeltelijk geanticipeerd wordt, zal niemand nog het volk van God angst kunnen aanjagen Vgl. Sef. 3, 13 . Dan zal de vrede duurzaam zijn, omdat, wanneer de koning regeert volgens Gods rechtvaardigheid, onberispelijkheid bloeit en vrede welig tiert “tot de maan niet meer glanst” (Ps. 72, 7). God wil vrede geven aan zijn volk: “de Heer spreekt over vrede tot het volk, tot zijn getrouwen. Laat ze niet in dwaasheid hervallen!” (Ps. 85, 9). Luisterend naar wat God aan zijn volk te zeggen heeft, hoort de psalmist deze woorden: “Liefde en trouw ontmoeten elkaar, heil en vrede omhelzen elkaar” (Ps. 85, 11).
De belofte van vrede die doorheen het ganse Oude Testament loopt, vindt haar vervulling in de Persoon van Jezus. Vrede is immers het Messiaanse goed bij uitstek, waarin alle andere weldadige effecten van het heil besloten liggen. Het Hebreeuwse woord “sjalom” drukt, in zijn etymologische betekenis van “volledigheid”, het concept vrede in de volheid van zijn betekenis uit Vgl. Jes. 9, 5. e.v. Vgl. Mic. 5, 1-4 . Het koninkrijk van de Messias is precies het koninkrijk van de vrede Vgl. Ps. 147 Vgl. Jes. 32, 17. e.v. Vgl. Jes. 52, 7 Vgl. Jes. 54, 10 Vgl. Jes. 57, 19 Vgl. Jes. 60, 17 Vgl. Jes. 66, 12 Vgl. Hag. 2, 9 Vgl. Zach. 9, 10 et al. Jezus “is onze vrede” (Ef. 2, 14). Hij heeft de scheidingsmuur tussen de mensen neergehaald door hen opnieuw met God te verzoenen Vgl. Ef. 2, 14-16 . Op die manier geeft de heilige Paulus doeltreffend eenvoudig de radicale beweegreden aan die christenen aanspoort tot een leven en een zending van vrede.
Aan de vooravond van zijn dood spreekt Jezus over zijn liefdesrelatie met de Vader en de eenmakende kracht die deze liefde aan zijn apostelen verleent. Het is een afscheidsrede die de diepe betekenis van zijn leven openbaart en die kan worden beschouwd als een samenvatting van zijn ganse leer. Het geschenk van vrede is het zegel van zijn spiritueel testament: “Vrede laat ik jullie na, mijn eigen vrede geef ik jullie, een andere dan de wereld te bieden heeft” (Joh. 14, 27). De woorden van de verrezen Heer zijn niet anders; telkens wanneer hij zijn leerlingen ontmoet, ontvangen zij van Hem de groet en het geschenk van vrede: “Vrede! Zei Hij tegen hen” (Lc. 24, 36)(Joh. 20, 19.21.26).
Werken aan de vrede kan men nooit los zien van de verkondiging van het Evangelie, dat immers “de goede boodschap van vrede” (Hand. 10, 36) Vgl. Ef. 6, 15 gericht aan alle mensen is. In het centrum van “het Evangelie van de vrede” (Ef. 6, 15) staat het mysterie van het kruis, omdat vrede geboren wordt uit het offer dat door Christus gebracht werd Vgl. Jes. 53, 5 — “Hij werd gestraft; ons bracht het vrede, en dankzij zijn striemen is er genezing voor ons”. De gekruisigde Jezus heeft verdeeldheid overwonnen door vrede en verzoening te stichten, precies door het kruis, “waaraan Hij de vijandschap heeft gedood” (Ef. 2, 16) en door aan de mensheid het heil van de verrijzenis te schenken.