26 oktober 2004
De sociale leer van de Kerk verschijnt als een “werkplaats” waarin het werk steeds in uitvoering is, waar eeuwige waarheid de nieuwe omstandigheden binnendringt en doordringt en daarmee nieuwe wegen van rechtvaardigheid en vrede aangeeft. Het geloof wil niet de veranderlijke sociale en politieke realiteiten in een gesloten systeem opsluiten Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 46. Het tegendeel is veeleer waar: het geloof is de gist van vernieuwing en creativiteit. De leer die dit voortdurend als zijn uitgangspunt neemt “ontwikkelt zich door een reflectie op de veranderende situaties van deze wereld waarmee ze in contact komt, onder impuls van het Evangelie als de bron van vernieuwing” H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 42.
Als Moeder en Lerares sluit de Kerk zichzelf niet af en trekt zij zich niet op zichzelf terug. Zij staat integendeel altijd open voor de mens, zij reikt uit naar hem en zij is naar hem toe gekeerd, wiens heilsbestemming haar bestaansreden vormt. Zij is te midden van de mens de levende icoon van de Goede Herder, die de mens gaat zoeken en vinden daar waar hij is, in de existentiële en historische conditie van zijn leven. Daar wordt de Kerk voor de mens een ontmoetingspunt met het Evangelie, een boodschap van bevrijding en verzoening, van rechtvaardigheid en vrede.