26 oktober 2004
Wanneer — in domeinen of realiteiten die betrekking hebben op fundamentele ethische plichten — legislatieve of politieke keuzes worden voorgesteld die in strijd zijn met de christelijke principes en waarden, leert het magisterium dat “een goed gevormd christelijk geweten niet toelaat om te stemmen voor een politiek programma of een individuele wet die de fundamentele inhoud van het geloof en de zeden tegenspreekt” Congregatie voor de Geloofsleer, Activiteiten en het gedrag van de Katholieken op het gebied van de politiek (24 nov 2002), 4. In gevallen waar het niet mogelijk is om de implementatie van dergelijke politieke programma’s te vermijden of om dergelijke wetten te blokkeren of te abrogeren, leert het magisterium dat een parlementaire vertegenwoordiger, van wie de persoonlijke absolute oppositie tegen deze programma’s of wetten duidelijk en bij iedereen bekend is, op een legitieme wijze voorstellen mag steunen die gericht zijn op het beperken van de schade veroorzaakt door dergelijke programma’s of wetten en op het inperken van hun negatieve gevolgen op het vlak van de cultuur en de publieke moraal. Een typisch voorbeeld van dergelijk geval is een wet die abortus zou toelaten H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 73. De stem van de vertegenwoordiger kan in geen geval worden geïnterpreteerd als een ondersteuning van een onrechtvaardige wet maar enkel als een bijdrage tot het reduceren van de negatieve gevolgen van een legislatieve maatregel waarvan de volledige verantwoordelijkheid ligt bij hen die deze maatregel in het leven hebben geroepen.
Geplaatst voor de talrijke situaties waarin fundamentele en onontkoombare morele plichten een rol spelen, moet in herinnering worden gebracht dat het christelijke getuigenis moet worden beschouwd als een fundamentele plicht die zelfs kan leiden tot het opofferen van zijn eigen leven, tot martelaarschap in de naam van de liefde en de menselijke waardigheid Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 39 . De geschiedenis van de voorbije twintig eeuwen, evenals dat van de laatste eeuw, staat bol van martelaars voor de christelijke waarheid, getuigen van het geloof, de hoop en de liefde gebaseerd op het Evangelie. Martelaarschap is het getuigenis van iemand die persoonlijk gelijkvormig is geworden met de gekruisigde Jezus, uitgedrukt in de hoogste vorm van het vergieten van zijn bloed volgens de leer van het Evangelie: indien “een graankorrel (...) op de akkergrond valt en sterft (...) brengt hij rijke vruchten voort” (Joh. 12, 24).