Voor de lekengelovigen is de activiteit in de politiek een waardevolle en veeleisende uitdrukking van het christelijke engagement ten dienste van anderenVgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 46. Het nastreven van het algemeen welzijn in een geest van dienstbaarheid, de bevordering van de rechtvaardigheid met een bijzondere aandacht voor situaties van armoede en lijden, respect voor de autonomie van de aardse realiteiten, het subsidiariteitsbeginsel, de bevordering van de dialoog en de vrede in de context van solidariteit: dit zijn de criteria die de christelijke leek moeten inspireren in zijn politieke activiteit. Alle gelovigen, voor zover zij beschikken over rechten en plichten als burgers, zijn verplicht om deze richtsnoeren te respecteren. Zij die institutionele posities bekleden in de omgang met de complexe problemen van de publieke sfeer — hetzij in lokale administraties hetzij in nationale en internationale instituties — moeten speciale aandacht besteden aan de observantie van deze principes.