26 oktober 2004
De eerste vorm waarin deze opdracht zich realiseert, bestaat uit het engagement en de inspanningen voor de innerlijke hernieuwing van iedereen, want de menselijke geschiedenis wordt niet beheerst door een onpersoonlijk determinisme maar door een pluraliteit aan subjecten die door hun vrije daden de sociale orde scheppen. Sociale instituties garanderen niet uit zichzelf, of als het ware automatisch, het algemeen welzijn: de internationale “hernieuwing van de christelijke geest” Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931), 127 moet voorafgaan aan het engagement om de maatschappij te verbeteren “volgens de geest van de Kerk, stevig geankerd op de sociale rechtvaardigheid en sociale gerechtigheid” Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931), 126.
Uit de bekering van het hart vloeit de zorg voor de anderen voort, die als broeders en zusters bemind worden. Deze zorg helpt ons om het engagement voor het omvormen van instellingen, structuren en levensvoorwaarden die in tegenspraak zijn met de menselijke waardigheid, als een plicht op te vatten. De leken moeten daarom tegelijk ijveren voor de bekering van de harten en de verbetering van de structuren, door rekening te houden met historische situaties en door gebruik te maken van gewettigde middelen om instituties in het leven te roepen waarin de waardigheid van elke mens waarlijk gerespecteerd en bevorderd wordt.