26 oktober 2004
De identiteit van de lekengelovigen wordt geboren uit en gevoed door de sacramenten van het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie. Het Doopsel conformeert de persoon aan Christus, Zoon van de Vader, eerstgeborene onder alle schepselen, naar allen gezonden als leraar en verlosser. Het Vormsel modelleert het individu naar Christus, die gezonden werd om door de uitstorting van zijn Geest nieuw leven te geven aan de schepping en aan elk wezen. De Eucharistie maakt de gelovige tot deelgenoot van het unieke en volmaakte offer dat Christus, in zijn eigen vlees, aan de Vader aangeboden heeft voor het heil van de wereld.
Katholieke leken zijn leerlingen van Christus met de sacramenten als eerste wortel, dit wil zeggen dankzij datgene wat God in hen volbracht heeft door hen te merken met het beeld zelf van zijn Zoon Jezus Christus. Uit dit goddelijk genadegeschenk - en niet uit menselijke concessies - is de drievoudige "munus” (gave en plicht) voortgekomen die de leek het statuut van profeet, priester en koning geeft in overeenstemming met zijn seculiere natuur.