26 oktober 2004
In de context van de catechese is het vooral van belang dat de sociale leer van de Kerk gericht wordt op het aanzetten tot actie voor de evangelisatie en de humanisering van de tijdelijke realiteiten. Met deze leer drukt de Kerk immers een theoretische en praktische kennis uit die het engagement voor de omvorming van het sociale leven steunt en die helpt om dit sociale leven steeds meer in overeenstemming te brengen met het goddelijke plan. Sociale catechese is gericht op de vorming van mensen die in gehoorzaamheid aan de morele orde, de ware vrijheid liefhebben, mensen “die zich een eigen oordeel vormen in het licht van de waarheid, aan hun daden gestalte geven met een besef van verantwoordelijkheid en die al wat waar en rechtvaardig is nastreven, in gerede bereidheid daarin met anderen samen te werken” 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 8. Het getuigenis van een christelijk leven heeft een buitengewoon vormende waarde: “in het bijzonder blijkt het leven in heiligheid, dat schittert in zoveel nederige en dikwijls aan het oog onttrokken leden van het volk Gods, de eenvoudigste en aantrekkelijkste weg te zijn, waarlangs het gegeven is, onmiddellijk de schoonheid van de waarheid, de bevrijdende kracht van de liefde van God, de waarde van de onvoorwaardelijke trouw aan alle eisen van de wet van de Heer, ook in moeilijke omstandigheden, waar te nemen” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 107.