26 oktober 2004
Volgens Gods liefdesplan zoals gerealiseerd in Christus, heeft de identiteit en de zending van de Kerk in de wereld “een eschatologische heilsbestemming, die slechts in de toekomstige wereld volledig bereikt kan worden” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 40. Juist daarom levert de Kerk een originele en onvervangbare bijdrage met haar zorg om de mensenfamilie en haar geschiedenis meer menselijk te maken, wat haar ertoe aanzet om zichzelf op te werpen als schans tegen elke totalitaire verleiding door aan de mens zijn integrale en definitieve roeping te tonen Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2244.
Door haar prediking van het Evangelie, de genade van de sacramenten en de ervaring van de broederlijke gemeenschap, geneest en verheft de Kerk “de waardigheid van de menselijke persoon, verstevigt (zij) de banden van de menselijke gemeenschap en geeft (zij) aan de dagelijkse wereldlijke activiteiten van de mensen een diepere zin en betekenis” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 40. Daarom kan, op het niveau van de concrete historische dynamiek, de komst van het koninkrijk Gods nooit worden gevat vanuit een gedetermineerde en definitieve sociale, economische of politieke organisatie. De komst van het Koninkrijk Gods uit zich veeleer in de ontwikkeling van de menselijke socialiteit die voor de mensheid een zuurdeeg is voor het bereiken van heelheid, rechtvaardigheid en solidariteit, in openheid voor het Transcendente dat als een referentiepunt dient voor ieders eigen persoonlijke en definitieve vervulling.