
26 oktober 2004
Een juiste opvatting van het milieu behoedt voor de utilitaristische reductie van de natuur tot een simpel object dat kan worden gemanipuleerd en uitgebuit. Tegelijk mag een juiste conceptie van de natuur het milieu niet verabsoluteren en haar doen prevaleren op de menselijke persoon inzake waardigheid. In dit laatste geval komt men tot een vergoddelijking van de natuur en van de aarde, wat men gemakkelijk kan vaststellen bij bepaalde ecologische bewegingen die vragen dat men aan hun concepties een internationaal gewaarborgd institutioneel karakter zou geven. Vgl. Pauselijke Raad voor Interreligieuze Dialoog, Jezus Christus, de drager van het levende water. Een Christelijke reflectie op "New Age" (3 feb 2003). p. 33
Het magisterium heeft zijn oppositie geformuleerd tegen een conceptie van het milieu die geïnspireerd is door ecocentrisme en biocentrisme, want deze "stelt voor dat het ontologische en axiologische verschil tussen de mens en de andere levende wezens geëlimineerd zou worden, omdat de biosfeer wordt beschouwd als een biotische eenheid van ongedifferentieerde waarde. Dit impliceert dat de superieure verantwoordelijkheid van de mens kan geëlimineerd worden ten gunste van een egalitaristische opvatting van de 'waardigheid' van alle levende wezens". H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan een conventie over "Milieu en gezondheid" (24 mrt 1997), 5