COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
De centrale plaats van de menselijke persoon en de natuurlijke neiging van personen en volken tot het opbouwen van relaties onder elkaar, zijn de stapstenen voor het vestigen van een waarachtige internationale gemeenschap, waarvan de ordening moet gericht zijn op het waarborgen van het effectieve universele algemeen welzijn Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1911. Ondanks de wijdverspreide aspiratie om een authentieke internationale gemeenschap te vormen, is de eenheid van de mensenfamilie nog geen realiteit. Dit is het gevolg van materialistische en nationalistische ideologieën die de waarden loochenen van de persoon als totaliteit en in al zijn dimensies bekeken: materieel en spiritueel, individueel en gemeenschappelijk. In het bijzonder is elke theorie of gedrag gebaseerd op racisme en raciale discriminatie moreel onaanvaardbaar
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 5 Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963) Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 63 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 16 Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Durban, 31 augustus tot 7 september 2001, Bijdrage aan de Wereldconferentie tegen racisme, rassen-discriminatie, vreemdelingenhaat en ermee gepaard gaande onverdraagzaamheid (7 sept 2001), 21.
De co-existentie van naties is gebaseerd op dezelfde waarden die de relaties tussen menselijke wezens moeten begeleiden: waarheid, rechtvaardigheid, actieve solidariteit en vrijheid Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963). Op vlak van de principes die constitutief zijn voor de internationale gemeenschap, vereist de leer van de Kerk dat de relaties tussen de volken en de politieke gemeenschappen juist geregeld worden overeenkomstig de rede, de billijkheid, het recht en de onderhandeling, met uitsluiting van de toevlucht tot geweld en oorlog, evenals van vormen van discriminatie, intimidatie en bedrog Vgl. H. Paus Paulus VI, Brief, Tot de Assemblee van de Verenigde Naties (4 okt 1965), 2.