
26 oktober 2004
Hoewel zij de markt als een onvervangbaar instrument voor de regulering van de interne werking van het economisch systeem erkent, benadrukt de sociale leer van de Kerk dat de vrije markt stevig verankerd moet blijven in zijn ethische objectieven, die de ruimte waarin hij autonoom kan handelen, vrijwaren en adequaat omschrijven Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 41. De mening dat men alleen aan de markt de taak kan toevertrouwen om in elke categorie van goederen te voorzien, kan niet worden gedeeld omdat dit gebaseerd is op een reductionistische visie op de persoon en de maatschappij Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 34. Tegenover het "risico van een 'idolatrie' van de markt", onderstreept de sociale leer van de Kerk de limieten van de vrije markt, die gemakkelijk zichtbaar worden in zijn bewezen onvermogen om te voorzien in belangrijke menselijke behoeften, die goederen vereisen die "door hun natuur geen simpele koopwaar zijn en mogen zijn" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 40 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2425, goederen die niet kunnen worden verkocht en gekocht volgens de regel van de "uitwisseling van equivalenten" en de logica van het contract, die typisch zijn voor de markt.