26 oktober 2004
In het verlengde van samenwoon-relaties ligt het specifieke probleem van juridische erkenning van relaties tussen homoseksuele personen, dat steeds meer onderwerp van publiek debat wordt. Alleen een antropologie, die overeenkomt met de volle waarheid over de menselijke persoon, kan een juist antwoord geven op dit probleem, dat zowel op sociologisch als kerkelijk vlak verschillende aspecten raakt. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de pastorale zorg voor homoseksuelen, Homosexualitatis problema (1 okt 1986), 1-2 Het licht van zo’n antropologie onthult "hoe ongerijmd en onlogisch de eis is om relaties tussen personen van hetzelfde geslacht de huwelijksstatus te geven. Het is tegenstrijdig, om te beginnen, door de objectieve onmogelijkheid om de relatie vruchtbaar te maken door het leven door te geven volgens het plan dat door God in de structuur van de menselijke persoon zelf is ingeschreven. Een ander obstakel is de afwezigheid van voorwaarden voor onderlinge complementariteit tussen mannelijk en vrouwelijk, gewild door de Schepper op zowel biologisch-fysiek als duidelijk ook psychologisch vlak. Alleen in de relatie tussen twee seksueel verschillende personen kan het individu volmaaktheid bereiken in een samenvoeging van eenheid en wederzijdse psychofysieke compleetheid". H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot het Tribunaal van de Romeinse Rota (21 jan 1999), 5
Homoseksuele personen moeten volledig gerespecteerd worden in hun menselijke waardigheid Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Enkele overwegingen omtrent het antwoord op wetsvoorstellen inzake het niet-discrimineren van homoseksuelen (23 juli 1992) Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over enkele vraagstukken van de seksuele ethiek, Persona humana (29 dec 1975), 8 en worden aangemoedigd om Gods plan te volgen met speciale aandacht voor het beoefenen van de zuiverheid. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2357-2359 De plicht die tot respect oproept rechtvaardigt niet de legitimatie van gedrag dat niet overeenkomt met de morele wet, nog minder rechtvaardigt het de erkenning van een recht op een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht en het beschouwd willen worden als gelijkwaardig aan een gezin. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de Spaanse Bisschoppen bij hun bezoek "Ad limina" (19 feb 1998), 4 Vgl. Pauselijke Raad voor het Gezin, Gezin, familie en "De facto verbintenissen" (26 juli 2000), 23 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Overwegingen over voorstellen om wettelijke erkenning te geven aan verbintenissen tussen homoseksuele personen (3 juni 2003)
"Als vanuit juridisch standpunt het huwelijk tussen man en vrouw slechts als een vorm van huwelijk wordt beschouwd, dan ondergaat het concept van huwelijk een radicale verandering met ernstige schade voor het algemeen goed. Door homoseksuele verbintenissen op wettelijk niveau analoog te stellen aan het huwelijk en het gezin handelt de staat met willekeur en tegenstrijdig aan haar taken". Congregatie voor de Geloofsleer, Enkele overwegingen omtrent het antwoord op wetsvoorstellen inzake het niet-discrimineren van homoseksuelen (23 juli 1992), 8