De mensenrechten moeten niet alleen afzonderlijk maar ook als geheel worden beschermd: een gedeeltelijke bescherming zou zich vertalen in een soort van gebrek in erkenning. Zij beantwoorden aan de eisen van de waardigheid van de menselijke persoon en houden op de eerste plaats de vervulling in van de essentiële noden van de persoon in materiële en geestelijke aangelegenheden. “Deze rechten gelden in alle levensfasen, en in elke politieke, sociale, economische en culturele context. Zij vormen samen een onlosmakelijke eenheid die duidelijk gericht is op het bevorderen van het welzijn van de persoon en van de samenleving (...) De integrale bevordering van alle soorten mensenrechten is de werkelijke waarborg voor de volledige eerbiediging van elk van deze rechten” H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Wereldvredeszondag 1999, In het respect van de mensenrechten ligt het gehiem van de ware vrede (8 dec 1998), 3. Universaliteit en ondeelbaarheid zijn de onderscheidende kenmerken van de mensenrechten: het “zijn de twee leidende principes die tegelijk vragen dat de mensenrechten in de verschillende culturen geïntegreerd zouden worden, en dat hun juridisch profiel versterkt zou worden opdat ze ten volle gerespecteerd zouden worden” H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Boodschap voor de 21e Wereldvredesdag, 1 janauari 1998, Uit recht op gerechtigheid voor ieder groeit de vrede voor allen (8 dec 1997), 2.