COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
Gans het sociale leven is de uitdrukking van zijn onmiskenbare protagonist: de menselijke persoon. De Kerk is dikwijls en op verschillende manieren de geautoriseerde vertolker geweest van dit bewustzijn door het centrale karakter van de menselijke persoon in elk domein en in elke uitdrukking van het sociaal-zijn te erkennen en te bevestigen: “de menselijke maatschappij maakt dus het voorwerp uit van de sociale leer van de Kerk aangezien deze laatste zich niet buiten of boven de mensen bevindt die verenigd zijn in de maatschappij; zij bestaat integendeel uitsluitend in hen, en dus voor hen”
Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Richtlijnen voor de studie en het onderricht van de sociale leer van de Kerk bij de vorming van priesters (30 dec 1988), 35. Deze belangrijke herkenning vindt haar uitdrukking in de bevestiging dat “de mens, ver van het object en een passief element van het sociale leven te zijn, veeleer het subject, het fundament en het doel ervan is en dit ook moet blijven”
Paus Pius XII, Radiotoespraak, Kerstboodschap 1944 (fragmenten), Benignitas et humanitas (24 dec 1944), 5. De oorsprong van het sociale leven wordt derhalve gevonden in de menselijke persoon en de samenleving kan niet weigeren om zijn actief en verantwoordelijk subject te erkennen; elke uitdrukkingsvorm van de samenleving moet gericht zijn op de menselijke persoon.