HET LICHT VAN BETHLEHEM IS NOOIT GEDOOFDKerstnachtmis 2005
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Homilie)
Paus Benedictus XVI -
25 december 2005
Luisteren wij naar een tweede zin uit de Liturgie van deze Heilige Nacht, ditmaal genomen uit het Boek van de Profeet Jesaja: “
het volk dat in het donker wandelt, ziet een groot licht” (
Jes. 9, 11). Het woord “licht” doordrenkt de gehele liturgie van deze Nachtmis. Het klinkt weer in de lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus aan Titus: “
De genade van God is verschenen” (
Tit. 2,11). De uitdrukking “is verschenen” komt uit het Griekse taalgebied en betekent hetzelfde als wat in het Hebreeuws “zag een groot licht” heet. Deze “verschijning” – deze “Epifanie” – is het binnendringen van Gods licht in een wereld vol duisternis en onopgeloste vragen. Dan vertelt het Evangelie ons dat de glorie van God aan de herders verscheen en “
zij omstraald werden” (
Lc. 2, 9). Waar Gods glorie verschijnt wordt het licht in de wereld. “
God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis” (
1 Joh. 1, 5). Licht is bron van leven.