
Paus Benedictus XVI - 20 maart 2011
Beminde broeders en zusters,
Ik dank de Heer die het me heeft gegeven deze dagen van retraite mee te maken; en ik ben dankbaar jegens degenen die mij met het gebed nabij zijn geweest. De zondag vandaag, de tweede van de Vastentijd, is genaamd naar de Gedaanteverandering, want het Evangelie spreekt over dit geheim van Jezus’ leven. Nadat Hij zijn leerlingen zijn Passie had aangekondigd, “nam Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg, waar zij alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: zijn gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd glanzend als het licht” (Mt. 17, 1-2). Naar de zintuigen is het zonnelicht het meest intens wat we kennen in de natuur. Maar naar de geest zagen de leerlingen voor korte tijd een nog sterker schittering, de goddelijke glorie van Jezus dat de gehele heilsgeschiedenis verlicht. Heilige Maximus de Belijder beweert dat “de witte gewaden droegen het symbool van de woorden van de Schrift die helder en glanzend en doorzichtig werden.” H. Maximus Confessor, Ambiguorum Liber. 10: PG 91, 1128 B