H. Paus Paulus VI - 30 juni 1968
Wij geloven, dat de Kerk, die door Christus is gesticht en voor welke Hij heeft gebeden, onverbrekelijk één is in haar geloof, haar eredienst en haar band van hiërarchische gemeenschap. De bonte rijkdom binnen de Kerk aan liturgische riten, de verscheidenheid aan erkende scholen van godgeleerdheid en spiritualiteit alsook aan particuliere vormen van kerkorde doen geenszins afbreuk aan de eenheid van de Kerk, integendeel: zij stellen die nog scherper in het licht. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 23 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de Oosterse Kerken, Orientalium Ecclesiarum (21 nov 1964), 2.3.5.6