H. Paus Paulus VI - 30 juni 1968
Wij geloven al wat er vervat ligt in Gods woord, schriftelijk of overgeleverd, en wat de Kerk ons als goddelijke openbaring te geloven voorhoudt, hetzij door een plechtige uitspraak hetzij door haar gewone, universele lering. Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 13 Wij geloven in de onfeilbaarheid die Petrus' opvolger geniet, wanneer hij ex cathedra optreedt als opperherder en leraar van alle gelovigen, Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 4e Zitting - Dogmatische Constitutie over de Kerk van Christus, Pastor Aeternus (18 juli 1870), 25 en die ook ten deel valt aan het bisschoppencollege, wanneer dit met hem het opperste leergezag uitoefent. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 25