Mgr. Athanasius Schneider - 18 februari 2020
Maar door de verbeteringen die in Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Querida Amazonia
Geliefde Amazone
(2 februari 2020) zijn aangebracht, kan men niet zwijgen over de betreurenswaardige doctrinaire dubbelzinnigheden en fouten die het bevat, en ook over de gevaarlijke ideologische neigingen ervan. Zeer problematisch is bijvoorbeeld Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Querida Amazonia
Geliefde Amazone
(2 februari 2020)'s impliciete goedkeuring van een pantheïstische en heidense spiritualiteit, wanneer het spreekt over de materiële aarde als een "heilig mysterie" Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Geliefde Amazone, Querida Amazonia (2 feb 2020), 5; van het aangaan van de gemeenschap met de natuur: "we gaan in gemeenschap met het bos" Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Geliefde Amazone, Querida Amazonia (2 feb 2020), 56; van het Amazonegebied als een "theologische plaats". Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Geliefde Amazone, Querida Amazonia (2 feb 2020), 57 De bevestiging dat de Amazonerivier "de verborgen eeuwigheid" is Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Geliefde Amazone, Querida Amazonia (2 feb 2020), 44 en dat "alleen de poëzie, met haar nederige stem, deze wereld zal kunnen redden" Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Geliefde Amazone, Querida Amazonia (2 feb 2020), 46 komt dicht in de buurt van het pantheïsme en het heidendom. Een christen kan dergelijke ideeën en uitingen niet onderschrijven.
Joden en christenen mochten nooit "op een of andere manier" heidense inheemse religieuze symbolen opnemen. God verbood zijn uitverkoren volk het inheemse symbool van het gouden kalf en de Baäl op te nemen. Toen zij de haven van Jamnia in brand staken Vgl. 2 Mak. 12, 7-8 , achtten de soldaten van Judas Maccabee het mogelijk om "op een of andere manier" inheemse symbolen "op te nemen" zonder dit noodzakelijkerwijs als afgoderij te beschouwen, aangezien het slechts stemgerechtigde offers in de tempels waren. Vgl. 2 Mak. 12, 40 Maar God veroordeelde deze "opname van inheemse symbolen op een bepaalde manier" en, zoals iedereen duidelijk heeft gezien, voor deze reden werden deze soldaten gedood. De hele gemeenschap heeft boetedoening gedaan voor deze zonde:
"Allen gaven zich aan het gebed, smekend dat de begane zonde volledig vergeven zou worden. Hierna nam Judas individueel een collecte van hen aan en stuurde deze naar Jeruzalem om een offer voor de zonde te laten brengen." (2 Mak. 12, 42-43)