
Mgr. Athanasius Schneider - 18 februari 2020
De huidige verschuiving in het leven van de Kerk (en helaas zelfs ook door de Heilige Stoel en de Paus) naar de bevordering van het natuurlijke en het tijdelijke, ten nadele van het bovennatuurlijke en het eeuwige, kan passend worden samengevat in de woorden van een van de grootste pausen, de heilige Gregorius de Grote, die zei dat het stof van de aardse bezigheden de ogen van de Kerk verblindt:(
"terrena studia Ecclesiae oculos pulvis caecat" - "Terwijl de aardse bezigheden de geest van de herder bezetten, verblindt het stof de ogen van de kerk." H. Paus Gregorius de Grote, Herderlijke Regel, Regula pastoralis. II, 7
Door haar overmatige aandacht voor en bezetting van de aardse realiteit - zelfs in de mate dat ze zich bemoeit met wetenschappelijke, technische en economische zaken die niet tot haar competentie behoren, zoals vragen over het klimaat of de flora en fauna van een concreet biomechanisme - overschrijdt de Kerk in onze tijd de grenzen van haar eigen macht en begaat ze daarmee de fout van een nieuw soort klerikalisme. In dit opzicht is de volgende leer van paus Leo XIII nuttig:
"De Almachtige heeft de last van het menselijk ras toevertrouwd aan twee machten, de kerkelijke en de burgerlijke, waarbij de ene over het goddelijke en de andere over de menselijke dingen wordt gezet. Elk in zijn soort is oppermachtig, elk heeft vaste grenzen waarbinnen het zich bevindt, grenzen die worden bepaald door de aard en het bijzondere object van de provincie van elk van hen, zodat er, zo kunnen we zeggen, een baan wordt getraceerd waarbinnen de actie van elk van hen door zijn eigen inheemse recht in het spel wordt gebracht." Paus Leo XIII, Encycliek, Het onvergankelijk werk van den barmhartigen God - Over de christelijke staatsinrichting, Immortale Dei (1 nov 1885), 13