H. Paus Johannes Paulus II - 2 december 1984
Wie nauwlettend toeziet, vindt bij het zoeken naar oorzaken van verdeeldheid de meest uiteenlopende factoren: van toenemende ongelijkheid tussen groepen, sociale klassen en landen, tot en met ideologische tegenstellingen die nog lang niet opgeheven zijn; van tegengestelde economische belangen tot en met politieke polarisatie; van geschillen tussen stammen tot en met discriminatie op maatschappelijke en godsdienstige gronden. Sommige daarvan zijn feiten die iedereen kan waarnemen. Zij vormen als het ware het erbarmelijke gelaat van de verdeeldheid waar zij uit voortkomen en waarvan zij met onweerlegbare duidelijkheid de ernst laten zien. Van die vele wrange maatschappelijke verschijnselen van onze tijd zou men de volgende kunnen noemen:
Omdat overigens de Kerk zich, zonder zich met de wereld te vereenzelvigen of van de wereld te zijn, in de wereld bevindt en met haar een gesprek of dialoog is aangegaan, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 3.43.44 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 12 Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de Kerk, Ecclesiam Suam (6 aug 1964) hoeft het niet te verwonderen dat in haar lichaam de weerslag en de tekenen zijn waar te nemen van de verdeeldheid die de menselijke gemeenschap verwondt. Niet alleen gaat de Kerk al eeuwenlang gebukt onder de tegenstellingen tussen de christelijke gemeenschappen, maar hier en daar lijdt zij in deze tijd bovendien onder de verdeeldheid tussen haar eigen leden, die voortkomt uit een verschil in inzicht en standpuntbepaling op leerstellig en pastoraal gebied. H. Paus Clemens Romanus, Aan de KorintiĆ«rs, I Clemens - Ad Corinthios. III-VI; LVII: Patres Apostolici, ed. Funk, I. 103-109; 171-173. Over de verdeeldheden in het lichaam van de Kerk heeft bij het begin van de Kerk de apostel Paulus in vlammende bewoordingen geschreven in het beroemde eerste hoofdstuk van zijn Eerste Brief aan Korintiërs (1, 10-16). Tot diezelfde Christenen richtte zich een paar jaar later de heilige Clemens van Rome in een afkeuring van de scheuringen in hun gemeenschap. Wij weten hoe sinds de oudste vaders het naadloze kleed van Christus, dat door de soldaten niet werd gescheurd, een beeld geworden is van de eenheid van de Kerk. Vgl. H. Cyprianus van Carthago, Over de eenheid van de Katholieke Kerk, De catolicae ecclesiae unitate (1 jan 250). 7: CCL 3/1, 254s Vgl. H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. 118, 4: CCL 36, 656s Vgl. H. Beda Venerabilis, In Marci Evangelium expositio. IV, 15: CCL 120, 630 Vgl. H. Beda Venerabilis, In Lucae Evangelium expositio. VI, 23: CCL 120, 403 Vgl. H. Beda Venerabilis, In S. Johannis Evangelium expositio. 19: PL 92, 911s Ook deze verdeeldheid kan soms onherstelbaar lijken.
Hoewel deze verscheurdheid op het eerste gezicht al een diepe indruk maakt, toch moet men er zich nog meer in verdiepen om de wortel ervan te ontdekken: de wonde namelijk die in het diepst van de menselijke ziel zit. Verlicht door het geloof noemen wij haar de zonde: te beginnen bij die oorsprongszonde die ieder vanaf zijn geboorte met zich draagt, als een erfenis die hij van zijn voorouders heeft meegekregen, tot en met die zonde die de afzonderlijke mens begaat door zijn vrijheid verkeerd te gebruiken.