Paus Franciscus - 2 februari 2020
De priester is een teken van dat Hoofd dat genade schenkt als hij eerst de Eucharistie viert, de bron en de top van het hele christelijke leven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 5 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 26 Dit is zijn grote kracht, die alleen kan worden ontvangen in het sacrament van de Heilige Orden. Daarom kan alleen hij zeggen: "Dit is mijn lichaam". Er zijn andere woorden die alleen hij kan uitspreken: "Ik vergeef je van je zonden". Omdat de sacramentele vergeving ten dienste staat van een waardige Eucharistieviering. In deze twee sacramenten is het hart van zijn unieke identiteit. Het is ook goed dat de priester de Ziekenzalving toedient, want die is nauw verbonden met de vergeving van de zonden: "En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden." (Jak. 5, 15)