Zoals de godgewijden in het verleden alle beschikbare mogelijkheden ten dienste van de evangelisatie wisten aan te wenden en op knappe wijze de moeilijkheden wisten te overwinnen, zo staan zij thans voor de nieuwe opdracht om door middel van de media getuigenis af te leggen van het evangelie. Deze media hebben tegenwoordig een wereldwijde uitstraling en kunnen dankzij vergevorderde technologie de verste uithoeken van de aarde bereiken. Vooral als ze op grond van het charisma van hun instituut op dit terrein werken, zijn de godgewijde mensen verplicht zich de eigen taal van deze media grondig eigen te maken, om over Christus op overtuigende wijze tot de moderne mens te kunnen spreken en ”zijn vreugde en hoop, verdriet en angst”
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 1 te verwoorden, en zo bij te dragen tot de opbouw van een samenleving waar allen zich broeders en zusters voelen op de weg naar God. Toch dient men op zijn hoede te zijn voor een verkeerd gebruik van deze media, die een buitengewone overtuigingskracht bezitten. De problemen die er voor het godgewijde leven uit kunnen voortvloeien mogen niet verheeld worden; het is beter ze met helder onderscheidingsvermogen onder ogen te zien.
Vgl. Congregatie v d Inst v h Gewijde Leven en de Sociëten Apost Leve, Religieus leven in gemeenschap, Congregavit nos in unum Christi amor (2 feb 1994), 34 De kerk geeft vooral een pedagogisch antwoord: ze streeft ernaar goed inzicht te geven in de onderliggende en niet uitgesproken denkwijze en wil een goed overdachte ethische toetsing van de programma’s; ook wil zij een gezond gebruikmaken van de media bevorderen.
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, 28e Wereld Communicatie Dag 1994, Televisie en gezin: richtlijnen voor het kijken (24 jan 1994) Bij deze pedagogische arbeid die bezonnen luisteraars en mediadeskundigen wil vormen, dienen de godgewijden hun specifieke getuigenis te geven over de betrekkelijkheid van alle zichtbare dingen, en de mensen te helpen om ze volgens Gods bedoeling op hun waarde te beoordelen, maar ook zich te bevrijden van de dwangmatige belangstelling voor de gedaante van deze wereld die voorbijgaat.
Vgl. 1 Kor. 7, 31
Alles wat op dit belangrijke en nieuwe terrein van apostolaat ondernomen wordt, verdient te worden aangemoedigd opdat Christus ook door de moderne media verkondigd wordt. De verschillende instituten dienen samen te werken, en middelen en personeel ter beschikking te stellen om gemeenschappelijke plannen in de verschillende sectoren van de media te realiseren. Daarnaast zullen de godgewijden, met name de leden van de seculiere instituten, in het kader van wat de pastoraal vraagt, graag hun bijdrage willen leveren aan de godsdienstige vorming van hen die in de publieke media een leidende positie of een uitvoerende functie hebben. Dit, om de schade te beperken die veroorzaakt wordt door het verkeerd gebruik van de media, en ook om te zorgen voor een betere kwaliteit van de uitzendingen, die de morele wetten respecteren en aan christelijke en menselijke waarde veel aandacht besteden.