Paus Franciscus - 19 januari 2018
Dierbare broeders en zusters,
De lofzang van de heilige Franciscus, “Geloofd zijt Gij, mijn Heer”, welt in mij op, evenals in u. Ja, geloofd zijt Gij voor de gelegenheid die Gij ons geeft door deze ontmoeting! Dank u, Monseigneur David Martínez de Aguirre Guinea, Mijnheer Héctor, Mevrouw Yésica en Mevrouw María Luzmila voor uw verwelkoming en uw getuigenis. In u zou ik alle inwoners van het Amazonegebied willen bedanken en groeten.
Ik zie dat u uit verschillende inlandse bevolkingsgroepen van het Amazonegebied komt: onder andere uit Harakbut,Esse-ejas, Matsiguenkas, Yines, Shipibos, Asháninkas, Yaneshas, Kakintes, Nahuas, Yaminahuas, Juni Kuin, Madijá, Manchineris, Kukamas, Kandozi, Quichuas, Huitotos, Shawis, Achuar, Boras, Awajún, Wampís. Ik stel ook vast dat hier bevolkingsgroepen uit het regenwoud van de Andes bij ons zijn, die bewoners van het Amazonegebied werden. Ik heb sterk naar deze ontmoeting verlangd. Ik heb het bezoek aan Peru hier willen beginnen. Dank u voor uw aanwezigheid en dat u ons helpt om de weerschijn van dit land van dichterbij te zien, namelijk in uw gelaat. Een gelaat in het meervoud, met een oneindige verscheidenheid en een enorme biologische, culturele, spirituele rijkdom. Wij, die hier niet leven, wij hebben uw wijsheid en kennis nodig om te kunnen doordringen tot de schat van dit gebied, zonder hem te vernietigen. Hier weerklinken de woorden van de Heer tot Mozes: “doe uw sandalen uit, want de plaats waar gij staat is heilige grond” (Ex. 3, 5).
Deze lofzang wordt onderbroken wanneer wij naar de diepe kwetsuren luisteren en kijken, die het Amazonegebied en zijn bevolking in zich draagt. Ik wou u bezoeken en naar u luisteren, om verenigd te zijn in het hart van de Kerk, om uw uitdagingen te delen en met u opnieuw oprecht te kiezen voor de verdediging van het leven, het land en de culturen.
Ik denk dat het broodnodig is dat inspanningen gedaan worden om institutionele instanties te creëren die de inlandse bevolking respecteren en erkennen en met wie zij in dialoog gaan, en waarbij de cultuur, de taal, de tradities, de rechten en de spiritualiteit die deze volken eigen zijn, aanvaard en beschermd worden. Interculturele dialoog waarin zij “de belangrijkste gesprekspartners” zijn, “vooral wanneer grote projecten ontwikkeld worden die hun leefruimte aantasten”. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 146 Erkenning en dialoog zullen de beste weg zijn om de betrekkingen te transformeren die in de geschiedenis getekend werden door uitsluiting en discriminatie.
Daartegenover dient terecht erkend te worden dat er hoopvolle initiatieven bestaan, die uit uw eigen rangen en organisaties voortkomen en die het mogelijk maken dat de inlandse bevolkingsgroepen en de gemeenschappen het regenwoud beschermen, en dat de natuurlijke rijkdommen die voortkomen door het behoud van het regenwoud, ten goede komen aan hun gezinnen, om de levensvoorwaarden, de gezondheid en het onderwijs in hun gemeenschappen te verbeteren. Deze “goede manier van werken” is afgestemd op de manier om “goed te leven”, die wij in de wijsheid van onze volken ontdekken. En sta mij toe u te zeggen dat u voor sommigen werkelijk aangezien wordt als een hindernis of remming. Waarlijk, uw leven is als een kreet die bewust maakt van een levenswijze die er niet toe komt haar levensonderhoud te beperken. U bent het levende herinnering aan de zending die God ons allemaal gegeven heeft: het gemeenschappelijk Huis beschermen.
Bescherming van de grond heeft geen ander doel dan de verdediging van het leven. Wij kennen het leed dat sommigen onder u moeten doorstaan omwille van de koolwaterstofuitstoten die het leven van uw gezinnen ernstig bedreigt en uw natuurlijk milieu besmet.
Gelijklopend is die andere aanslag op het leven, namelijk de aantasting van het milieu door illegale mijnbouw. Ik verwijs naar de mensenhandel: slavenwerk of seksueel misbruik. Geweld op adolescenten en vrouwen is een kreet die tot in de hemel reikt. “De situatie van hen die het slachtoffer zijn van verschillende vormen van mensenhandel heeft mij altijd al bedroefd. Ik zou willen dat wij de roep van God horen die tot ons allen is gericht: “Waar is uw broer?” (Gen. 4, 9). Waar is uw broeder slaaf? (...) Laat ons niet doen alsof. Er zijn vele vormen van medeplichtigheid (en laat ons niet naar elders kijken). Het is een kwestie die iedereen aanbelangt”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 211
Hoe zouden we de heilige Toribio kunnen vergeten, toen hij op het derde concilie van Lima, heel bedroefd de aanklacht uitte “dat niet alleen in het verleden zoveel onrecht aan de armen gedaan werd, toen zoveel en zo overdadig macht op hen werd uitgeoefend, maar dat ook vandaag zo velen dat nog proberen ...;”. 3e Concilie van Lima, Sessione III (1 jan 1582). c.3 Helaas, vijf eeuwen later blijven deze woorden actueel. De profetische woorden van deze mannen van geloof – zoals Héctor en Yésica ons in herinnering brachten – zijn de dikwijls verstikte kreet van mensen aan wie men het woord onttrokken heeft. Deze profetie moet in onze Kerk blijven, die het nooit moe zal worden te roepen voor hen die gemarginaliseerd worden en die lijden.
Uit deze zorg ontstaat de primordiale keuze voor het leven van de meest noodlijdende mensen. Ik denk aan de volken die “Inheemse Volken in Vrijwillig Isolement” genoemd worden. Wij weten dat zij de meest kwetsbaren zijn onder de kwetsbaren. Zij werden in het verleden gedwongen zich te isoleren, ook hun eigen bevolkingsgroepen; hun geschiedenis is er één van ballingschap in de meest ontoegankelijke gebieden van het woud om vrij te kunnen leven. Blijf deze meest kwetsbare broeders verdedigen. Hun aanwezigheid herinnert ons eraan dat wij niet over algemene goederen kunnen beschikken op het ritme van gretigheid en consumptie. Er dienen grenzen te zijn die ons helpen ons te wapenen tegen elke wil tot massale vernietiging van de habitat die ons conditioneert.
De erkenning van deze volken – die nooit als een minderheid mogen beschouwd worden, maar als authentieke gesprekspartners – en van alle inlandse bevolkingsgroepen, herinnert ons eraan dat wij geen absolute eigenaars zijn van de schepping. Het is nodig dat rekening gehouden wordt met de wezenlijke bijdrage die zij leveren aan heel de samenleving, dat men hun cultuur niet idealiseert als een natuurlijke toestand of dat men er een soort museum van maakt over het leven in vroegere tijden. Hun wereldbeeld, hun wijsheid, hebben ons veel te leren, ons die niet tot hun cultuur behoren. Alle inspanningen die wij zullen doen om het leven van deze volken in het Amazonegebied te verbeteren, zullen altijd ontoereikend zijn. De berichten over de verspreiding van sommige ziekten zijn zorgwekkend. Stilzwijgen maakt bang, want het is dodelijk. Als wij zwijgen, is er geen preventie, vooral niet voor adolescenten en jongeren, en zorgen wij niet voor de zieken want wij veroordelen hen tot de wreedste uitsluiting. Wij vragen aan de Staten een intercultureel gezondheidsbeleid uit te werken dat rekening houdt met de realiteit en het wereldbeeld van deze volken, door professionelen en uit hun eigen bevolking te promoten, die de ziekte kunnen aanpakken vanuit hun eigen wereldbeeld. En zoals ik zei in Paus Franciscus - Encycliek
Laudato Si
Wees geprezen - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis
(24 mei 2015), nogmaals, men dient de stem te verheffen tegen de druk van internationale organismen op sommige landen om een voortplantingsbeleid in te voeren dat sterilisatie beoogt. Zo een beleid viseert vooral de inlandse bevolking. Wij weten dat men sterilisatie van vrouwen blijft promoveren, soms zelfs buiten hun weten.
Onderwijs helpt ons bruggen te bouwen en een cultuur van ontmoeting te creëren. School en onderwijs voor de inlandse bevolking moeten voor de Staat een prioriteit en een plicht zijn; een plicht tot integratie en inculturatie die de geërfde wijsheid van uw voorouders erkent, respecteert en als een weldaad aanziet voor de natie in haar geheel; het is in die bewoordingen dat Maria Luzmila tot ons gesproken heeft. Ik vraag aan mijn broeders bisschoppen dat zij ruimte blijven voorzien voor intercultureel en tweetalig onderwijs op school en in pedagogische instituten en aan de universiteit, wat reeds gebeurt in de meest afgelegen gebieden van het regenwoud. Vgl. Latijns-Amerika (CELAM), Aparecida, 13-31 mei 2007, Slotdocument Vijfde Conferentie van het Latijns-Amerikaanse Episcopaat en de Caraïbische Eilanden (29 juni 2007), 530 Mijn lof gaat uit naar de initiatieven van de Kerk die ten goede komen van de inlandse bevolking in het Peruviaanse Amazonegebied: scholen, residenties voor studenten, centra voor onderzoek en promotie zoals het Cultureel Centrum José Pío Aza, CAAAP en CETA, vernieuwende en belangrijke interculturele universitaire ruimtes zoals NOPOKI, die expliciet bestemd zijn voor de opleiding van jongeren uit de verschillende bevolkingsgroepen van ons Amazonegebied.
Dierbare broeders van het Amazonegebied, hoeveel missionarissen, mannen en vrouwen, hebben zich voor uw volken uitgesloofd en hebben uw culturen verdedigd! Het Evangelie heeft hen daarvoor geïnspireerd. Ook Christus is mens geworden in een cultuur, de joodse cultuur, en van daaruit heeft Hij zich aan ons gegeven, en dat was nieuw voor alle volken. Zo kan iedereen zich vanuit zijn eigen identiteit, persoonlijk in Hem terugvinden.
Er worden merkbaar pogingen ondernomen om het katholiek geloof van uw volken te ontwortelen. Vgl. Latijns-Amerika (CELAM), Aparecida, 13-31 mei 2007, Slotdocument Vijfde Conferentie van het Latijns-Amerikaanse Episcopaat en de Caraïbische Eilanden (29 juni 2007), 531 Bezwijk er niet voor. Elke cultuur en elk wereldbeeld die openstaan voor het Evangelie, verrijken de Kerk door de manier waarop zij een nieuw facet in het gelaat van Christus waarnemen. De Kerk is niet vreemd aan uw situatie en uw leven. Zij wil niet vreemd zijn aan uw manier van leven en organisatie. Wij achten het noodzakelijk dat de inlandse bevolking vorm geeft aan de plaatselijke Kerken in het Amazonegebied. Wat dit betreft, heeft het mij ten zeerste verheugd dat een permanente diaken uit uw gemeenschap, een citaat voorlas uit Paus Franciscus - Encycliek
Laudato Si
Wees geprezen - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis
(24 mei 2015). Help uw bisschoppen, help uw missionarissen, zodat zij één van de uwen worden, en u door met elkaar te spreken, een Kerk kunt vormen met het gelaat van het Amazonegebied, een Kerk met een inlands gelaat. Het is in deze geest dat ik voor het jaar 2019 een Synode heb bijeengeroepen voor het Amazonegebied, waarvan de eerste bijeenkomst, als een presynodale Raad, hier, vandaag, deze namiddag, zal plaatshebben.
Ik bid voor u en uw door God gezegend land en vraag u, vergeet alstublieft niet voor mij te bidden. Dank u!
Tinkunakama (Quechua: Tot ziens!)