H. Paus Johannes Paulus II - 17 september 1983
De zending van de Kerk om het christelijke gezin te bevestigen in zijn eigen taak tot ,opbouw van het Lichaam van Christus’ heeft vele facetten. Worden op de eerste plaats de gehuwden zelf aangesproken en aangespoord om te worden wat zij zijn en om hun actieve medewerking te verlenen aan het gezinsapostolaat, en worden tegelijkertijd de herders van de Kerk aangesproken op hun herderlijke verantwoordelijkheid, daarnaast is er nog een andere dienst aan het gezin nodig: die van een systematische uitdieping en uitleg van de leer van de Kerk met betrekking tot huwelijk en gezin. Met het oog daarop richtte de Paus een instituut op voor studies over huwelijk en gezin aan de pauselijke Lateraanse universiteit. Samen met een ander studiecentrum (het centrum voor studie en onderzoek inzake geboorteregeling van de Katholieke Heilig Hart universiteit te Rome) organiseerde dit instituut in de derde week van september 1983 enige studiedagen over verantwoord ouderschap. Deelnemers waren een vijftigtal priesters uit verschillende landen: rectoren en docenten van seminaries, en diocesaan-verantwoordelijken voor gezinspastoraal. Tot hen richtte de paus zich in de volgende toespraak: