H. Paus Paulus VI - 9 augustus 1964
Wij vertrouwen ertoe dat zij ertoe zal bijdragen om de Kerk beter te waarderen in haar historische aspect: de kerk die niet met de eeuwen verandert, maar aan alle tijden voorbeelden en levend gist brengt, die het mensdom veredelt waar zij binnendringt en die tezelfdertijd voortdurend de beschaving verrijkt. Met goede grote heilige en nieuwe aansporingen. Haar sociaal aspect, haar wonderbare verspreiding, haar geschiktheid om alle mensen te verenigen om hun eigen persoonlijkheid te eerbiedigen om in hun hart de broederschap, de eendracht, die vrede, het verlangen naar goedheid, naar schoonheid en deugd te storten, is werkelijk buitengewoon verschijnsel, waartoe wij, mensen, niet in staat zouden zijn ze uit onszelf te verwezenlijken. Dit toont dus dat de Kerk het teken van een actieve tegenwoordigheid van God onder ons.
En als Wij de Kerk tenminste beschouwen in religieus opzicht, dan stelt zij ons staat om met Christus, met God te spreken. Daarom wordt zij het voortstuwend, onmisbaar en authentiek middelpunt van onze godsdienst, het kanaal van ons gesprek met de Heer. Wij zijn er dus van overtuigd dat de Kerk altijd beter gekund zal zijn en dat men steeds meer liefde en verering voor haar zal hebben.
Dit wil zeggen dat Wij niet de fouten en gebreken zien van de mensen, die de Kerk Evenwel willen wij als ware liefhebbende zonen, dat onze hulp, ons gebed, ons solidariteit met de genade van God mede zullen werken om al deze gebreken te overwinnen en om deze behoeften onder de ogen te zien.