Paus Franciscus - 21 december 2019
Graag zou ik ook nog iets zeggen over de recent opgerichte Dicasterie voor Communicatie. Ook hier spreken we van een historische verandering, aangezien "grote delen van de mensheid [ ... ] op een gewone en continue manier [worden] ondergedompeld. Het is niet langer alleen een kwestie van "gebruik" van communicatiemiddelen, maar van het leven in een breed gedigitaliseerde cultuur die ingrijpende gevolgen heeft voor het begrip tijd en ruimte, voor de perceptie van onszelf, van anderen en van de wereld, voor ons vermogen om te communiceren, te leren, op de hoogte te blijven, relaties aan te gaan met anderen. Een benadering van de werkelijkheid die de voorkeur geeft aan beelden boven luisteren en lezen heeft de manier waarop mensen leren en hun kritische zin beïnvloed." Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Lang leve Christus, onze hoop, Christus Vivit (25 mrt 2019), 86
Aan de Dicasterie voor Communicatie is de verantwoordelijkheid toevertrouwd om de negen organen die voorheen gingen over de communicatie, op diverse manieren en met verschillende taken, te verenigen in een nieuwe instelling. Dit waren de Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Persdienst van de Heilige Stoel, Vaticaanse Drukkerij, Vaticaanse Uitgeverij - Libreria Editrice Vaticana, L'Osservatore Romano, Radio Vaticana, Centrum van de Vaticaanse Televisie (CTV), Vaticaanse internetdienst en de Fotografische Dienst. Deze samenvoeging was, zoals ik gezegd heb, niet louter bedoeld om de coördinatie te verbeteren maar ook om de diverse componenten opnieuw in te delen met het oog op een beter product en een consistente redactionele lijn.
De nieuwe mediacultuur, in al haar verscheidenheid en complexiteit, vereist passende aanwezigheid van de Heilige Stoel in de communicatiesector. Heden ten dage leven we in een multimediale wereld en dat heeft zijn invloed op onze manier van bedenken, ontwerpen en produceren van mediadiensten. Dat houdt niet alleen een cultuurverandering in maar ook een institutionele en persoonlijke omschakeling, om over te kunnen gaan van het opereren in zelfstandige units - die in het beste geval een zekere graad van coördinatie bezaten - naar het werken in synergie, in een intrinsieke verbondenheid.