
Paus Franciscus - 6 november 2019
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
We zetten onze “reis” met het boek Handelingen van de Apostelen verder. Na de beproevingen, beleefd in Filippi, Tessalonica en Bérea, komt Paulus aan in Athene, het hart van Griekenland. Vgl. Hand. 17, 15 Die stad stond, ondanks de politieke decadentie, nog steeds op de eerste plaats wat betreft cultuur, ook al was ze nog slechts een schaduw de oude glorie. Hier werd de Apostel “pijnlijk getroffen door de vele afgodsbeelden die hij in de stad zag” (Hand. 17, 16). Dit “treffen” met het heidendom, jaagt hem niet op de vlucht maar brengt hem er integendeel toe een brug te slaan om met die cultuur in dialoog te treden.
Paulus maakt zich vertrouwd met de stad door de meest betekenisvolle plaatsen en personen op te zoeken. Hij gaat naar de synagoge, symbool van het geloofsleven; hij gaat naar het plein, teken van het stadsleven; en hij gaat naar de Areopagus, symbool van het politieke en culturele leven. Hij ontmoet joden, epicuristische en stoïcijnse wijsgeren en vele andere. Hij ontmoet iedereen, hij sluit zich niet af, gaat met elkeen in gesprek. Op die wijze slaat Paulus de cultuur en het milieu van Athene gade. Met deze “contemplatieve blik” ontdekt hij dat “God die in de huizen verblijft, in de straten en op de pleinen“. Paus Franciscus, Apostolische Exhortatie, Verheugt u en jubelt - Over de roeping tot heiligheid in deze wereld, Gaudete et Exsultate (19 mrt 2018), 71 Paulus benadert Athene noch de heidense wereld met vijandschap maar met de ogen van het geloof. Dit doet ons de vraag stellen naar onze wijze om onze steden te bekijken: bekijken wij ze met onverschilligheid? Met minachting? Of met het geloof dat de kinderen van God in de naamloze massa’s ziet?
Paulus maakt zich vertrouwd met de stad door de meest betekenisvolle plaatsen en personen op te zoeken. Hij gaat naar de synagoge, symbool van het geloofsleven; hij gaat naar het plein, teken van het stadsleven; en hij gaat naar de Areopagus, symbool van het politieke en culturele leven. Hij ontmoet joden, epicuristische en stoïcijnse wijsgeren en vele andere. Hij ontmoet iedereen, hij sluit zich niet af, gaat met elkeen in gesprek. Op die wijze slaat Paulus de cultuur en het milieu van Athene gade. Met deze “contemplatieve blik” ontdekt hij dat “God die in de huizen verblijft, in de straten en op de pleinen“. Paus Franciscus, Apostolische Exhortatie, Verheugt u en jubelt - Over de roeping tot heiligheid in deze wereld, Gaudete et Exsultate (19 mrt 2018), 71 Paulus benadert Athene noch de heidense wereld met vijandschap maar met de ogen van het geloof. Dit doet ons de vraag stellen naar onze wijze om onze steden te bekijken: bekijken wij ze met onverschilligheid? Met minachting? Of met het geloof dat de kinderen van God in de naamloze massa’s ziet?
Paulus kiest voor een blik die hem in staat stelt een doorgang te maken tussen het Evangelie en de heidense wereld. In het hart van een van de meest beroemde instellingen van de antieke wereld, de Areopagus, ontplooit hij een buitengewoon voorbeeld van de inculturatie van de boodschap van het geloof: hij verkondigt Jezus aan de aanbidders van afgoden niet door ze aan te vallen, maar door zich te gedragen als “bruggenbouwer, een bouwer van bruggen”. Paus Franciscus, Homilie in Santa Marta, 8 mei 2013
Paulus neemt als uitgangspunt het altaar toegewijd aan “een onbekende god” (Hand. 17, 23). Het ging om een altaar met het opschrift: “aan de onbekende god”. Geen beeld, niets, alleen dat opschrift. Hij neemt die “verering” van de onbekende god, als uitgangspunt om met zijn toehoorders in contact te komen en te verkondigen dat “God midden de stedelingen woont” Paus Franciscus, Apostolische Exhortatie, Verheugt u en jubelt - Over de roeping tot heiligheid in deze wereld, Gaudete et Exsultate (19 mrt 2018), 71 en zich “niet verbergt voor hen die Hem met een oprecht hart zoeken, ook al doen ze dit tastend”. Paus Franciscus, Apostolische Exhortatie, Verheugt u en jubelt - Over de roeping tot heiligheid in deze wereld, Gaudete et Exsultate (19 mrt 2018), 71 Het is precies deze aanwezigheid die Paulus tracht te onthullen: “Wat gij vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen” (Hand. 17, 23).
Om de identiteit te onthullen van de god die de Atheners aanbidden, vertrekt de Apostel bij de schepping, dat wil zeggen van het Bijbelse geloof in de God der openbaring om zo te komen tot de verlossing en het oordeel, met andere woorden tot de eigenlijk christelijke boodschap. Hij wijst op de wanverhouding tussen de grootheid van de Schepper en de door mensen gebouwde tempels. Hij toont vervolgens aan dat de Schepper Zich altijd laat zoeken opdat iedereen Hem zou kunnen vinden. Op deze wijze verkondigt Paulus, volgens een mooie uitdrukking van Paus Benedictus XVI, “Hem die de mensen miskennen ofschoon ze Hem kennen: de Onbekende Gekende”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Collège des Bernardins, Parijs, Tot de vertegenwoordigers van de wereld van de cultuur (12 sept 2008), 12 Daarna nodigt hij allen uit verder te gaan “Zonder acht te slaan op die tijden van onwetendheid” en te kiezen voor de bekering in het vooruitzicht van het naderend oordeel. Paulus komt zo tot het kerygma en zinspeelt op Christus door, zonder Hem te noemen, Hem te omschrijven als de “man die God daartoe heeft bestemd. Aan allen gaf Hij het bewijs daarvan door Hem uit de doden te doen opstaan.” (Hand. 17, 31)
En hier ontstaat een probleem. Het woord van Paulus dat tot dan toe de aanwezigen ademloos had geboeid – want het ging om een belangrijk inzicht – stoot op een struikelsteen: dood en verrijzenis van Christus lijken “dwaasheden” (1 Kor. 1, 23) en dat veroorzaakt spot en hoon. Daarop gaat Paulus weg. Zijn poging lijkt mislukt. Maar toch zijn er enkele die zijn woord aanvaarden en open komen voor het geloof. Onder deze is er een man, Dionysius, de Areopagiet en een vrouw die Damaris heette. Ook in Athene schiet het Evangelie wortel en kan met twee stemmen spreken: die van de man en die van de vrouw.
Vragen ook wij vandaag aan de Heilige Geest ons bruggen te leren bouwen met de cultuur, met hen die niet geloven of met hen die anders geloven dan wij. Altijd bruggen bouwen, de hand reiken, geen aanvallen. Vragen we Hem het vermogen om met omzichtigheid de boodschap van het geloof te incultureren door hen die leven in onwetendheid over Christus met een contemplatieve blik te bekijken, bewogen door een liefde die ook de meest verharde harten verwarmt.