• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
III.1 Oud Testament

In het Oud Testament was zoals elders is gezegd, de Jahwist-godsdienst niet voorbehouden aan alleen mannen. Zowel vrouwen als mannen konden offers laten brengen, deelnemen aan de eredienst. Niettemin was de eredienst van de tweede tempel in tegenstelling met de gewoonten van de heidense volken van diezelfde tijd uitsluitend voorbehouden aan mannen uit de stam Levi (niet alleen de functie van priesters, maar ook die van voorzanger, portier, enz.).

Bovendien waren daar vrouwen die de naam van profetes voerden (Maria, Debora, Chulda, Noadja), hoewel zij niet de rol van de grote profeten vervulden. Andere vrouwen oefenden een belangrijke functie uit voor de redding van het volk van God op kritieke momenten van de geschiedenis van dit volk (bijvoorbeeld Judit, Ester) (vgl. sectie 2).

(Amendement van pater Wanbacq): 'In het Oude Testament was de Jahwist-godsdienst geen godsdienst waarbij vrouwen waren uitgesloten zoals soms wordt aangenomen: Zowel vrouwen als mannen konden aan de eredienst deelnemen. In tegenstelling tot de gebruiken van de heidense volken van diezelfde tijd was de officiële uitoefening van de tempeleredienst voorbehouden aan mannen, in de tweede tempel tot die van de stam Levi'.

III.2 De evangelieën

In opvallende tegenstelling met de gebruiken van de joodse wereld van die tijd, zien we Jezus, die zich omringt met vrouwen die Hem volgen en dienen (Lk. 8, 2-3). Maria van Betanië wordt zelfs beschreven als de voorbeeldige leerlinge die 'luistert naar zijn woorden' (Lk. 10, 38-42). Het zijn de vrouwen die met het bekendmaken van de verrijzenis 'aan zijn leerlingen en aan Petrus' (Mk. 16, 7) worden belast.

Het vierde evangelie beklemtoont deze getuigenisrol aan vrouwen toegekend: de samaritaanse vrouw wier gesprek met Jezus alleen al de apostelen had verbaasd, gaat haar getuigenis over Jezus uitdragen naar haar medeburgers. De evangelist benadrukt de rol van Maria Magdalena na de verrijzenis die de traditie 'de apostel van de apostelen' zal noemen.

III.3 Handelingen en Paulus

Toen het christendom zich verbreidde, hadden vrouwen daar een aanzienlijk aandeel aan. Dat onderscheidde de nieuwe godsdienst opnieuw scherp van het jodendom van die tijd.

Sommige vrouwen werkten in het eigenlijke apostolaatswerk mee. Dit wordt op talrijke plaatsen in de Handelingen en de brieven aangetoond. We zullen ons tot enkele ervan beperken.

Bij de vestiging van plaatselijke gemeenschappen zijn zij niet tevreden met het openstellen van haar huizen voor samenkomsten zoals Lydia (Hand. 16, 14-15), de moeder van Markus (Hand. 12, 12), Prisca (Rom. 16, 5), maar volgens Fil. 4,2 zijn bijvoorbeeld Evódia en Syntyche uitdrukkelijk in de gemeenschap verbonden met 'Clemens en de overige medewerkers' van Paulus. Van de 27 personen die door Paulus worden bedankt of gegroet in het laatste hoofdstuk van de brief aan de romeinen Vgl. Rom. 16, 1-15 , zijn er negen of misschien tien vrouwen. In verscheidene gevallen houdt Paulus eraan te vermelden dat zij zich afgemat hebben voor de gemeenschap waarbij hij een grieks woord (kopian) gebruikt dat meestal voor het eigenlijke evangelie werk wordt gebruikt.

Het geval van Prisca en haar man Aquila die Paulus 'mijn medearbeiders in Christus' noemt en van wie hij zegt 'Niet alleen ik ben hun dank verschuldigd, maar ook al de heidengemeenten' (Rom. 16, 3-4), laat ons concreet een voorbeeld van deze 'samenwerking' zien: hun rol in de geschiedenis van Apollo is wel bekend (Hand. 18, 24-28).

Paulus vermeldt uitdrukkelijk een vrouw als 'diakones' (diaconos) van de kerk van Kénchreae, die zoals hij zegt 'voor vele christenen, en met name ook voor mij, een echte beschermengel is geweest' (Rom. 16, 1-2). In de pastorale brieven hadden de vrouwen die na de bisschoppen en diakens worden aangegeven, waarschijnlijk een status van diaconos (1 Tim. 3, 11). Ook opmerkelijk is het geval van Jûnias of Junio geplaatst in de rij van de apostelen (Rom. 16, 7) met betrekking tot degene die de vraag opwerpt of het een man is.

Document

Naam: OVER DE KWESTIE VAN DE PRIESTERWIJDING VAN VROUWEN
Opgesteld op verzoek van de Congregatie voor de Geloofsleer
Soort: Pauselijke Bijbelcommissie
Datum: 1 juli 1976
Copyrights: © 1976, Archief van de Kerken 31e jrg nr 21 p 918-927
Alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 28 oktober 2020

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test