Gerhard Ludwig Kard. Müller - 25 juli 2019
REACTIE OP HET "SYNODAAL PROCES" IN DUITSLAND EN DE AMAZONDESYNODE | |||
► | Waarom het bij het priesterlijk dienstwerk gaat |
Als de centrale uitspraak dat de priester krachtens het in de wijding ontvangen merkteken als de apostelen “in persona Christi”, het hoofd van de Kerk, handelt, als oorzaak van het klerikalisme verguisd wordt, dat zelfs tot seksuele misdaden jegens jongeren zou leiden, zoals opinieleiders in het synodaal proces vertelden, dan is dat niet alleen meer een ongelooflijke belediging van de vele ijverige zielzorgers. Het betekent veeleer de woorden van Jezus afwijzen, die na de 12 apostelen ook tegen de andere 72 leerlingen gezegd heeft: “Wie u hoort, hoort Mij, en wie u afwijst, wijst Mij af; wie echter Mij afwijst, wijst Hem af die Mij gezonden heeft.” (Lc. 10, 16) Een Duitse liturgieprofessor zette zichzelf onvrijwillig in een slecht daglicht en was openlijk in tegenspraak met het Tweede Vaticaanse Concilie, toen hij de dagelijkse eucharistieviering, waarin sacramenteel de overgave van Christus aan het kruis uit liefde voor de mensen tegenwoordig komt, als oorzaak van pedofiel en homofiel misbruik van de seksualiteit wilde aangeven. Want het Concilie zegt: “In het mysterie van het eucharistisch offer, waarvan het opdragen de voornaamste taak van de priester is, wordt het werk van onze verlossing voortdurend voltrokken; daarom wordt de dagelijkse viering dringend aanbevolen”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 13 Als in het synodale proces in Duitsland geen wezenlijk thema’s van de geloofsoverdracht aan de orde komen, zal de neergang steeds meer versneld worden.
De Kerk is het volk Gods te midden van de volken. En als in een volk de meerderheid van de mensen katholiek is en als daarmee ook de gemeenschap en de staat doordrongen zijn van de christelijke cultuur, is dat zeker de wil van God. “Kleine” kudde zijn wij altijd, in de meerderheid of in de diaspora, omdat het Christenzijn in de navolging van de gekruisigde Heer niet een kwestie is van zich aanpassen aan de leidende cultuur of van er zich tegen verzetten, maar van de persoonlijke beslissing en de vrijwillige navolging van de gekruisigde en opgestane Heer.