Gerhard Ludwig Kard. Müller - 25 juli 2019
REACTIE OP HET "SYNODAAL PROCES" IN DUITSLAND EN DE AMAZONDESYNODE | |||
► | Het wijdingssacrament in het brandpunt van de crisis |
Omdat Christus hun deel geeft aan zijn messiaanse wijding en zending 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 28, oefenen de apostelen en hun opvolgers in het bisschopsambt, dat ook het beginsel vormt van de eenheid van de plaatselijke Kerk met de priesters, de diakens en alle gedoopte gelovigen, hun gezag uit in de naam en de volmacht van Christus. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 20 Het is geen politiek-sociologische macht maar de in de Heilige Geest verleende geestelijke volmacht om het Godsvolk te heiligen, te leren en te leiden. “De bisschoppen oefenen dus het dienstambt in de gemeenschap uit samen met hun helpers, de priesters en diakens. In de plaats van God leiden zij de kudde, waarvan zij de herder zijn, als leraren in het onderricht, als priesters in de heilige eredienst, als dienaren van de leiding.”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 20 Het gaat hier niet om drie verschillende ambten die door historische toevalligheden samengekomen zijn, zodat men ze ook weer uit elkaar zou kunnen halen of anders samen zou kunnen stellen. Ook is de vergelijking met de wereldlijke macht van absolute vorsten, waar tegenover men volgens de baron van Montesquieu heel zinvol het model van de scheiding der machten (regering, wetgeving en rechterlijke macht) kan stellen, hier misplaatst. Want het is het ene dienstwerk van Christus, de leraar, herder en priester dat door de apostelen in de naam van Christus en in de kracht van de Heilige Geest wordt uitgeoefend, en dat niet macht over anderen maar als een dienst van heil voor anderen (Mt. 23, 11). Daarom is de publiek verklaarde bereidheid van sommige bisschoppen om vrijwillig “macht” op te geven geen uitdrukking van hun bescheidenheid maar eerder een gebrek aan begrip van wat een katholieke bisschop überhaupt is. Het soort van “macht”, die zij willen afgeven, zouden ze eigenlijk niet moeten bezitten en de geestelijke volmacht, die ze bij de wijding van Christus ontvangen hebben, kunnen ze helemaal niet afgeven omdat het niet hun eigendom is. Zij zouden zich van de jurisdictie over hun bisdom kunnen laten ontslaan, als ze niet meer in staat zijn hun verantwoordelijkheid na te komen.
Het is veelbetekenend dat zowel het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Goedkeuring van de Kaderwet permanent diakens door de H. Stoel
Aan Bernard Kardinaal Alfrink, voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie
(12 juni 1975) als ook de Duitse synodalen niet van de bijbelse basis uitgaan en zich niet oriënteren aan de zich ontwikkelende leer van de Kerk in de Traditie en de definitieve geloofsbeslissingen van de Concilies en van de paus. In plaats daarvan betrekt men zijn normen en regels van de sociologische behoeften van de globale wereld of de traditionele organisatievormen van Amazonische volksstammen.
Als men daar gerespecteerde mannen in een stabiele partnerrelatie (canoniek geldig gehuwd of niet?) om de gemeenschap van de sacramenten te voorzien (!) tot priester wijdt, ook zonder theologische studie Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Aan Bernard Kardinaal Alfrink, voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie, Goedkeuring van de Kaderwet permanent diakens door de H. Stoel (12 juni 1975), 129. 2, waarom zou dat dan niet de hefboom zijn om eindelijk de viri probati in te voeren in Duitsland waar het celibaat niet meer geaccepteerd wordt een veel gehuwde theologen klaar staan om als priester de gaten in de celibataire clerus op te vullen. Uit de aanstelling van de “zeven mannen van goede faam en vol van Geest en wijsheid” (Hand. 6, 3) tot de dienst aan de tafels (Hand. 6, 1-7), die men later in verband heeft gebracht met de sacramentele wijdingsgraad van het diaconaat, kan men niet de ambtstheologische conclusie trekken dat de Kerk altijd en überhaupt nieuwe sacramentele ambten naar sociologische behoeften zou kunnen scheppen. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Aan Bernard Kardinaal Alfrink, voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie, Goedkeuring van de Kaderwet permanent diakens door de H. Stoel (12 juni 1975), 129 Het drieledige wijdingssacrament kwam enerzijds voort uit de noodzakelijke opvolging van de apostelen in hun opdracht, om het evangelie te verkondigen, de genade sacramenteel mee te delen en als goede herders de kudde van Christus te leiden en anderzijds uit de vorming van de particuliere kerken als verwerkelijking van de universele Kerk ter plaatse. Hier is er nu één de eerste priester, de eerste van het college van presbyters samen met de diakens, die vanaf de tweede eeuw meer en meer exclusief “bisschop” genoemd wordt. H. Ignatius van Antiochië, Brief aan de Magnesiërs, Epistula ad Magnesios. 6, 1 In de bisschop wordt de eenheid van de plaatselijke Kerk sacramenteel gerepresenteerd en de eenheid met de apostolische oorsprong zichtbaar, in zoverre de gemeenschap van bisschoppen met de paus aan het hoofd de opvolgers zijn van de apostelen met Petrus aan het hoofd. H. Paus Clemens Romanus, Aan de Korintiërs, I Clemens - Ad Corinthios. 42-44 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 20-27