Kard. Burke, Kard. Pujats, mgr. Peta, mgr. Lenga, mgr. Schneider - 31 mei 2019
Een man of vrouw die een burgerlijke scheiding verkrijgt van zijn of haar echtgenoot met wie hij of zij geldig gehuwd is en die een burgerlijk huwelijk met een andere persoon is aangegaan terwijl zijn of haar echtgenoot nog in leven is, en die met zijn of haar burgerlijke partner in het huwelijk treedt, en die besluit om in die staat te zijn met volledige kennis van de aard van de daad en met volledige instemming van zijn of haar wil, bevindt zich in de staat van de doodzonde en kan daarom niet de heiligmakende genade ontvangen en niet in liefde groeien. Als deze Christenen niet als "broeders en zusters" leven, kunnen zij dus niet het Heilig Communie ontvangen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 84