Kard. Burke, Kard. Pujats, mgr. Peta, mgr. Lenga, mgr. Schneider - 31 mei 2019
"Geen enkele omstandigheid, doel, of wet kan een handeling geoorloofd maken die in zichzelf ongeoorloofd is, aangezien zij tegen de wet van God ingaat die geschreven staat in ieder mensenhart, kenbaar is door het verstand zelf en verkondigd wordt door de Kerk." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 62 In de goddelijke openbaring en in de natuurwet zijn zedelijke principes en zedelijke waarheden vervat, die negatieve verbodsbepalingen omvatten, die bepaalde handelingen absoluut verbieden, in zoverre dat deze handelingen altijd een ernstige onrechtvaardigheid met betrekking tot hun doel vormen. Daarom is het verkeerd om te denken dat een goede bedoeling of een goede consequente handeling voldoende is of kan zijn om de uitvoering van dergelijke handelingen te rechtvaardigen. Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd, Reconciliatio et paenitentia (2 dec 1984), 17 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 80