
Paus Franciscus - 27 mei 2019
Mijne Heren Kardinalen,
Eerbiedwaardige Broeders in het Bisschopsambt en het Priesterschap,
Dierbare broeders en zusters,
Het verheugt mij u ter gelegenheid van uw 26e Algemene Vergadering te ontmoeten. Ik dank kardinaal Tagle voor zijn woorden en groet u allen hartelijk, u de grote Caritasfamilie en degenen die zich in uw respectieve landen voor de naastenliefde inzetten.
Deze dagen heeft u, die vanuit heel de wereld gekomen bent, een belangrijk moment beleefd in het leven van de Confederatie, niet alleen om de verplichtingen van de statuten te vervullen maar ook om de banden van onderlinge gemeenschap te versterken in aanhankelijkheid aan de opvolger van Petrus, omwille van de bijzondere band die er is tussen de organisatie en de apostolische Stoel. Inderdaad, de heilige Johannes Paulus II H. Paus Johannes Paulus II - Brief
Tijdens het Laatste Avondmaal
Aan Msgr. Youhanna Fouad El-Hage, president van Caritas Internationalis, waarmee aan Caritas Internationalis publieke en canonieke rechtspersoonlijkheid verleend wordt (16 september 2004) en heeft u opgeroepen deel te nemen aan de zending van de Kerk zelf ten dienste van de naastenliefde.
Vandaag zou ik met u even willen nadenken over drie sleutelwoorden: naastenliefde, integrale ontwikkeling en gemeenschap.
Aangezien de zending waartoe Caritas in de Kerk geroepen is, is het belangrijk steeds opnieuw samen na te denken over de betekenis van het woord “naastenliefde” ("carita"). Naastenliefde is geen steriele prestatie of kleine bijdrage om ons geweten het zwijgen op te leggen. Wat wij nooit mogen vergeten, is dat naastenliefde haar oorsprong en essentie heeft in God Vgl. Joh. 4, 8 ; naastenliefde is de omhelzing van God onze Vader voor elke mens, in het bijzonder voor de kleinsten en lijdende mensen die in Zijn hart een bevoorrechte plaats innemen. Als wij naastenliefde als een prestatie beschouwen, zou de Kerk een humanitair agentschap worden en de dienst van de naastenliefde één van haar “logistieke afdelingen”. Doch, de Kerk is niets van dat alles, zij is iets anders en veel groter: in Christus, is zij het teken en werktuig van Gods liefde voor de mensheid en heel de schepping, ons gemeenschappelijk huis.
Het tweede woord is “integrale ontwikkeling”. In de dienst van de naastenliefde staat de mensvisie op het spel. De mens kan niet herleid worden tot één enkel aspect maar heel het menselijk wezen is daarin betrokken, als kind van God, naar Zijn beeld geschapen. De armen zijn eerst en vooral mensen en in hun gelaat, gaat het gelaat van Christus schuil. Zij zijn Zijn vlees, tekens van Zijn gekruisigd lichaam en wij hebben de plicht naar hen toe te gaan, ook in de meest extreme periferieën en ondergrondse lagen van de geschiedenis, met de fijngevoeligheid en tederheid van onze Moeder de Kerk. Wij moeten de promotie van heel de mens en van alle mensen beogen, zodat zij de acteurs en protagonisten worden in hun eigen vooruitgang. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 34 De dienst van de naastenliefde moet bijgevolg kiezen voor de logica van integrale ontwikkeling als tegengif voor de wegwerpcultuur en de onverschilligheid. Nu ik mij tot u richt, tot Caritas, wil ik opnieuw zeggen dat “de ergste discriminatie waaronder de armen lijden, het gebrek aan geestelijke aandacht is”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 200 U weet het goed, “de overgrote meerderheid van de armen heeft een bijzondere openheid voor het geloof; ze hebben nood aan God en we mogen hen zijn vriendschap, zijn zegen, zijn Woord, de viering van de sacramenten en het voorstellen van een weg om te groeien en te rijpen in geloof, niet onthouden”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 200 Daarom dient, zoals ook het voorbeeld van de heiligen in de naastenliefde ons leert, “de voorkeursoptie voor de armen vooral tot uiting te komen in een bevoorrechte en prioritaire religieuze aandacht”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 200
Het derde woord is “gemeenschap”, het staat centraal in de Kerk en bepaalt haar essentie. De Kerkgemeenschap ontstaat uit de ontmoeting met de Zoon van God, Jezus Christus, die door de verkondiging van de Kerk de mensen bereikt en gemeenschap schept met Hemzelf en met de Vader en de Heilige Geest. Vgl. 1 Joh. 1, 3 Dat is de gemeenschap in Christus en in de Kerk die de dienst van de naastenliefde in de gemeenschappen zelf en in de noodsituaties in heel de wereld bezielt, begeleidt en ondersteunt. Zo wordt de diaconie van de naastenliefde het zichtbaar werktuig van gemeenschapsvorming in de Kerk. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 4 Daarom wordt u als Confederatie begeleid door het Dicasterie voor de Bevordering van de Gehele Menselijke Ontwikkeling, die ik dank voor het werk dat het gewoonlijk en in het bijzonder verricht voor zijn steun aan de Kerkelijke zending van Caritas Internationalis. Ik zei dat u begeleid wordt: u staat er niet “onder”.
Door opnieuw te spreken over deze drie fundamentele aspecten om in de “Caritas” te staan, namelijk naastenliefde, integrale ontwikkeling en gemeenschap, zou ik u willen oproepen om ze te beleven in een stijl van armoede, gratuïteit en nederigheid.
Men kan geen naastenliefde beoefenen zonder interpersoonlijke relaties met de armen: met de armen en voor de armen leven. Armen zijn geen nummers, maar personen. Want door met de armen te leven, leren wij naastenliefde beoefenen in een geest van armoede, leren wij dat naastenliefde uitwisseling is. Inderdaad, naastenliefde die niet tot in de geldbeugel gaat, is verkeerde naastenliefde; en naastenliefde waarbij ons hart, onze ziel en heel ons wezen niet betrokken zijn, is een idee van naastenliefde die nog niet uitgevoerd werd.
Men dient er steeds voor te zorgen niet in de verleiding terecht te komen van een hypocriete of bedrieglijke naastenliefde, naastenliefde die zich identificeert met een aalmoes, met liefdadigheid of een “kalmeermiddel” voor ons onrustig geweten. Het is daarom dat men dient te vermijden dat het werk van de naastenliefde gelijkgesteld wordt met filantropische efficiëntie, planmatige efficiëntie of een overdreven en bruisende organisatie.
Aangezien naastenliefde de meest begeerde deugd is waardoor de mens kan streven om God na te volgen, is het ergerniswekkend mensen te zien die naastenliefde beoefenen die ze tot business omvormen: zij spreken veel over naastenliefde maar beleven ze in weelde of losbandigheid of zij organiseren een Forum over naastenliefde waarbij onnodig veel geld verspild wordt. Het doet veel kwaad vast te stellen dat sommige beoefenaars van naastenliefde, functionarissen en bureaucraten worden. Daarom zou ik opnieuw willen zeggen dat naastenliefde geen idee is noch een vroom sentiment, maar wel de ervaring van een ontmoeting met Christus; het is willen leven met het hart van God die ons niet vraagt voor de armen een algemene liefde, affectie, solidariteit enz. te hebben, maar Hemzelf in hen te ontmoeten Vgl. Mt. 25, 31-46 , in de stijl van de armoede.
Dierbare vrienden, ik dank u in naam van heel de Kerk voor wat u doet met en voor zoveel broeders en zusters die zich uitsloven, die aan de kant gelaten worden, die onderdrukt worden door de slavernij van onze tijd en ik moedig u aan door te gaan! Mocht u allen, in gemeenschap met de Kerkgemeenschappen waartoe u behoort en die u tot uiting brengt, met vreugde blijven bijdragen tot de groei van het Rijk Gods in de wereld, een Rijk van gerechtigheid, liefde en vrede. Moge het Evangelie u tot voedsel zijn en u altijd licht geven en moge de leer en pastorale toewijding van onze Moeder de Kerk u leiden.
De Heer zegene u en de Maagd Maria beware u. En vergeet alstublieft niet voor mij te bidden. Dank u.