
H. Paus Johannes Paulus II - 25 mei 1995
UT UNUM SINT Over de inzet voor de oecumene |
|||
► | De vruchten van de dialoog | ||
► | Kerkelijke betrekkingen |
Dat geldt vooral voor de Europese landen waar de verdeeldheid het eerst aan het licht trad, en voor Noord-Amerika. In dit verband zou ik, zonder andere bezoeken te kort te willen doen, vooral die binnen Europa willen noemen die mij tweemaal naar Duitsland brachten, in november 1980 en in april-mei 1987; naar het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Schotland en Wales) in mei-juni 1982; naar Zwitserland in juni 1984; en naar de Scandinavische en Noordse landen (Finland, Zweden, Noorwegen, Denemarken en Ijsland) in juni 1989. In een sfeer van vreugde, wederzijds respect, christelijke solidariteit en gebed heb ik zo vele, vele broeders ontmoet, die allemaal geëngageerd zijn in het zoeken naar trouw aan het Evangelie. Dit alles te zien was voor mij een bron van grote aanmoediging en troost. We hebben de aanwezigheid van de Heer onder ons ervaren.
In dit verband zou ik één geste willen noemen die bepaald werd door broederlijke liefde en gekenmerkt door een diepe helderheid van geloof, en die een sterke indruk op mij heeft gemaakt. Ik spreek dan over de eucharistievieringen die ik leidde in Finland en Zweden tijdens mijn reis naar de Scandinavische en Noordse landen. Bij de communie naderden de lutherse bisschoppen de celebrant. Zij wilden, door middel van een vooraf besproken gebaar, hun verlangen tonen naar het moment waarop wij, katholieken en lutheranen, in staat zullen zijn om aan dezelfde Eucharistie deel te nemen, en zij wensten de zegen van de celebrant te ontvangen. Vol liefde heb ik hen gezegend. Hetzelfde zo betekenisrijke gebaar werd herhaald in Rome tijdens de mis die ik vierde op de Piazza Farnese bij het zesde eeuwfeest van de heiligverklaring van de H. Birgitta van Zweden, op 6 oktober 1991.
Dezelfde gevoelens ervoer ik ook aan de andere kant van de oceaan: in Canada, in september 1984; en in het bijzonder in september 1987 in de Verenigde Staten, waar een grote oecumenische openheid waarneembaar wordt. Dit was het geval, om één voorbeeld te noemen, bij de oecumenische ontmoeting in Columbia, Zuid-Carolina, op 11 september 1987. Alleen het feit dat dergelijke ontmoetingen regelmatig plaatsvinden tussen de Paus en deze broeders wier Kerken en kerkelijke Gemeenschappen stammen uit de Hervorming, is op zichzelf al belangrijk. Ik ben ten diepste dankbaar voor de warme ontvangst die ik zowel van de leiders van de verschillende Gemeenschappen heb gekregen als van de Gemeenschappen als geheel. Vanuit dit standpunt acht ik de oecumenische Woorddienst in Columbia over het thema van het gezin zeer betekenisvol.