
H. Paus Johannes Paulus II - 25 mei 1995
Het Concilie-decreet wil dan "enige punten naar voren brengen die de grondslag en de drijfveer voor deze dialoog kunnen en moeten vormen". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 19 "Onze aandacht richt zich (...) op de christenen die tot eer van de ene God, Vader, Zoon en heilige Geest, Jezus Christus openlijk belijden als hun God en Heer en de enige Middelaar tussen God en mens". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 20
Deze broeders koesteren liefde en eerbied voor de Heilige Schrift: "Onder aanroeping van de heilige Geest zoeken zij in de Heilige Schrift naar God, die als het ware tot hen spreekt in Christus, aangekondigd door de profeten en Woord van God, voor ons mens geworden. Daarin overwegen zij het leven van Christus en hetgeen onze goddelijke Leraar voor de redding van de mensen heeft geleerd en gedaan, in het bijzonder de geheimen van zijn dood en verrijzenis (...) Zij aanvaarden het goddelijk gezag van de heilige boeken". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 21 Tegelijkertijd echter "denken zij anders dan wij (...) over de verhouding tussen Schrift en Kerk, waarin volgens het katholiek geloof het authentieke leergezag een bijzondere plaats inneemt bij het verklaren en verkondigen van het geschreven woord van God". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 21 "Toch is de Heilige Schrift juist bij de [oecumenische] dialoog een uitstekend hulpmiddel in Gods machtige hand voor het verkrijgen van die eenheid die onze Verlosser alle mensen aanbiedt". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 21
Bovendien biedt het Sacrament van het Doopsel, dat we allemaal gemeenschappelijk hebben, "een sacramentele band van eenheid (...) tussen allen die erdoor zijn wedergeboren". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 22 De theologische, pastorale en oecumenische vervlechtingen van ons gemeenschappelijk doopsel zijn talrijk en belangrijk. Ofschoon dit Sacrament op zich "niet meer dan een eerste begin" is, is het "gericht op de volledige belijdenis van het geloof, op de volledige inlijving in het heilsinstituut zoals Christus zelf het gewild heeft, kortom op de volledige opneming in de eucharistische gemeenschap". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 22