UT UNUM SINTOver de inzet voor de oecumene
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek)
H. Paus Johannes Paulus II -
25 mei 1995
Dit is een specifieke zorg van de bisschop van Rome als opvolger van de apostel Petrus. Ik vervul die met de diepe overtuiging dat ik de Heer gehoorzaam en in het volle besef van mijn menselijke zwakheid. Want ook wanneer Christus aan Petrus deze bijzondere zending in de Kerk toevertrouwt en hem heeft opgedragen om de broeders te versterken, dan heeft Hij hem tegelijkertijd zijn menselijke zwakheid doen erkennen en de bijzondere noodzaak van zijn bekering:
"En wanneer gij op uw beurt u bekeerd hebt, versterk dan uw broeders" (
Lc. 22, 32). Juist in de menselijke zwakheid van Petrus wordt volledig openbaar dat de paus helemaal van de genade en van het gebed van de Heer afhangt om deze speciale dienst in de Kerk te kunnen vervullen:
"Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet bezwijkt" (
Lc. 22, 32). De bekering van Petrus en van zijn opvolgers steunt op het gebed van de Verlosser zelf en de Kerk neemt voortdurend deel aan dit smeekgebed. In onze oecumenische tijd, gemarkeerd door het Tweede Vaticaans Concilie, is de zending van de bisschop van Rome er op bijzonder wijze op gericht, te herinneren aan de noodzaak van de volle gemeenschap van Christus' leerlingen.
De bisschop van Rome moet zichzelf met vurigheid het gebed van Christus eigen maken om de bekering, die "Petrus" nodig heeft om zijn broeders te kunnen dienen. Ik nodig de gelovigen van de katholieke Kerk en alle christenen uit om mee te doen in dit gebed. Mogen u allen met mij bidden voor deze bekering!
We weten dat de Kerk tijdens haar aardse pelgrimage geleden heeft en zal blijven lijden onder verdrukking en vervolging. Maar de hoop die haar schraagt is onwankelbaar, net zoals de vreugde die voortvloeit uit deze hoop onvernietigbaar is. Want de sterke en eeuwige rots waarop zij gevestigd is, is Jezus Christus, de Heer.