Gerhard Ludwig Kard. Müller - 10 februari 2019
Velen vragen zich tegenwoordig af waarvoor de Kerk eigenlijk nog dient, als zelfs bisschoppen liever politici zijn dan dat zij als leraren van het geloof het evangelie verkondigen. De rol van de Kerk moet niet verzwakt worden door bijzaken maar er moet aandacht worden besteed aan waar het echt om gaat in de Kerk. Ieder menselijk wezen heeft een onsterfelijke ziel, die bij de dood van het lichaam wordt gescheiden, in de hoop op de verrijzenis van de doden. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 366 De dood maakt de beslissing van de mens vóór of tegen God definitief. Iedereen heeft te maken met het bijzonder oordeel onmiddellijk na de dood. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1021 Ofwel is er dan een zuivering nodig, ofwel men gaat direct naar de hemelse gelukzaligheid en mag men God zien van aangezicht tot aangezicht. Maar er is ook de vreselijke mogelijkheid dat iemand tegen God gekeerd blijft ten einde toe, en in de definitieve afwijzing van zijn liefde “zichzelf onmiddellijk en voor altijd verdoemt”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1022 “God heeft ons geschapen zonder ons, Hij heeft ons niet willen redden zonder ons”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1847 De eeuwigheid van de straf van de hel is een vreselijke realiteit, die – naar het getuigenis van de Heilige Schrift – allen oplopen die sterven in staat van doodzonde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1035 De christen gaat door de nauwe poort, want “de poort is wijd en de weg die tot de ondergang leidt is breed, en velen zijn er die hem inslaan” (Mt. 7, 13).
Zwijgen over deze en andere waarheden van het geloof en de mensen zo leren, is het grootste bedrog waartegen de Catechismus krachtig waarschuwt. Het is de laatste beproeving van de Kerk en leidt de mens tot godsdienstige waanideeën, “de prijs van hun afval van de waarheid” Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 675; het is het bedrog van de Antichrist. “Hij zal hen bedriegen met alle mogelijke misdadige verleiding, bestemd voor hen die verloren gaan, omdat zij zich hebben afgesloten voor de liefde tot de waarheid, die hen had kunnen redden” (2 Tess. 2, 10).