• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Zoals de ervaring ruimschoots aantoont, openbaart de roeping zich dikwijls reeds in de jaren die aan de jeugd voorafgaan of in de eerste jaren van de jeugd. En ook bij hen die op latere leeftijd tot het besluit komen om naar het seminarie te gaan, kan men vaak constateren dat de roeping er reeds was in veel vroegere perioden. De geschiedenis van de Kerk getuigt voortdurend dat de Heer ook roept op jongere leeftijd. Thomas van Aquino bij voorbeeld verklaart de voorliefde van Jezus voor de apostel Johannes "vanwege diens jonge leeftijd" en concludeert daaruit dat "dit begrijpelijk maakt waarom God op speciale wijze hen bemint die zich reeds vanaf hun vroege jeugd in zijn dienst stellen". H. Thomas van Aquino, Expositio in evangelium Joannis. c. 21, lect. V, 2

De Kerk besteedt zorg aan deze kiemen van roeping die gelegd worden in de harten van jongens, door middel van de instelling van kleinseminaries, waarin de zorgvuldige onderscheiding en begeleiding van de roeping een aanvang nemen. De seminaries blijven in verschillende delen van de wereld een kostbaar opvoedkundig werk verrichten, dat tot doel heeft de kiemen van de roeping tot het priesterschap te bewaren en tot uitbloei te brengen, opdat de leerlingen die roeping gemakkelijker kunnen onderkennen en beter in staat gesteld worden eraan te beantwoorden. Hun opvoedkundig programma streeft ernaar op tijdig en geleidelijke wijze de menselijke, culturele en geestelijke vorming te bevorderen, welke de jongeman er toe zal brengen de weg van het grootseminarie in te slaan met een passende en solide basis.

"Gedisponeerd worden om Christus, de Verlosser, edelmoedig en eerlijk te volgen". Dit is het doel van het kleinseminarie dat door het Concilie aangegeven is in het decreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Presbyterorum Ordinis
Over het leven en dienst van de priester
(7 december 1965)
, dat er als volgt de opvoedkundige vorm van schets: "Onder de vaderlijke leiding van de bestuurders, te gelegener tijd bijgestaan door de ouders, moeten (de leerlingen) een leven leiden dat in overeenstemming is met de leeftijd, het geestelijk niveau en de ontwikkeling van opgroeiende jongens dat volledig in de lijn ligt van de normen van een gezonde psychologie, zonder daarbij de juiste menselijke verhoudingen en de banden met de eigen familie uit het oog te verliezen". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de priesteropleiding, Optatam Totius Ecclesiae (28 okt 1965), 3

Het kleinseminarie zal in het bisdom ook een referentiepunt kunnen zijn voor de roepingenpastoraal, door geschikte vormen van ontvangst en aanbod van gelegenheid voor informatie aan die opgroeiende jongens die op zoek zijn naar hun roeping of die reeds besloten hebben hun roeping te volgen, maar vanwege diverse omstandigheden in gezin of school gedwongen zijn de intrede in het seminarie uit te stellen.

Waar het kleinseminarie, dat "in vele streken noodzakelijk zeer nuttig lijkt", niet opgericht kan worden, moet voorzien worden in het vormen van andere "instellingen", zoals roepingengroepen voor opgroeiende jongens en jongeren Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones t.b.v. de 8e Bisschoppensynode over de vorming van priesters, 17. Ook al zijn deze groepen niet blijvend, zij zullen toch in een gemeenschapskader een systematische begeleiding kunnen bieden voor de verificatie en groei van de roeping. Hoewel die jongeren en adolescenten in een gezin leven en deel uitmaken van een christelijke gemeenschap die hen helpt om de weg van de roeping, moeten zij niet alleen gelaten worden. Zij hebben een bijzondere groep of een gemeenschap van oriëntatie nodig waarop zij kunnen steunen om de specifieke weg van de roeping af te leggen welke de gave van de heilige Geest in hen begonnen is.

Ook dient het verschijnsel vermeld te worden van de priesterroepingen die zich op volwassen leeftijd voordoen, na een min of meer lange ervaring van een leven als leek en van de uitoefening van een beroep, zoals steeds voorgekomen is in de geschiedenis van de Kerk en in de huidige omstandigheden op bemoedigende wijze opnieuw en veelvuldig voorkomt. Het is niet altijd mogelijk en dikwijls ook niet voeglijk om de volwassenen uit te nodigen de weg van de opvoeding in het grootseminarie te volgen. Het is beter om na het nauwkeurig onderscheiden van de echtheid van die roepingen te voorzien in één of andere specifieke vorm van vormende begeleiding teneinde door geschikte aanpassingen de noodzakelijke geestelijke en intellectuele vorming te verzekeren. Een goede verhouding met de andere kandidaten voor het priesterschap en perioden van verblijf binnen de gemeenschap van het grootseminarie zullen de volledig opneming van die roepingen in de enige priesterschap en hun innige en hartelijke gemeenschap daarmee kunnen waarborgen. Vgl. Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Fundamentele normen voor de priestervorming, Ratio fundamentalis institutionis sacerdotalis - Editio typica (6 jan 1970), 19

Document

Naam: PASTORES DABO VOBIS
Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 25 maart 1992
Copyrights: © 1992, Stg. R.K. Voorlichting, Oegstgeest
Bewerkt: 1 juli 2021

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test