• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De talrijke tegenstrijdigheden en mogelijkheden waardoor onze maatschappij en cultuur en ook de kerkelijke gemeenschap gekenmerkt zijn, worden door de wereld van de jongeren waargenomen, beleefd en ervaren met een geheel bijzondere scherpte en hebben een onmiddellijke en uiterst indringende weerslag op de gang van hun opvoeding. Het ontstaan en de ontwikkeling van de priesterroeping in de jongens, jongeren en jonge mannen ontmoeten voortdurend tegelijk belemmeringen en aansporingen.

De zogenaamde “consumptiemaatschappij”, welke de jongeren slaven en gevangenen maakt van een individualistische, materialistische en hedonistische interpretatie van het menselijk bestaan, heeft een zeer sterke aantrekkingskracht op hen. Het materieel opgevatte “welzijn” wil zich opleggen als enig levensideaal, een welvaart die op iedere voorwaarde en tegen iedere prijs verworven dient te worden. Vandaar de afwijzing van alles wat met offer te maken heeft en het afzien van de moeite om de geestelijke en godsdienstige waarden te zoeken en te verwerkelijken. De exclusieve “zorg” voor het hebben verdringt het primaat van het zijn, met als gevolg dat de persoonlijke en inter-persoonlijke waarden niet geïnterpreteerd en beleefd worden volgens de logica van de gave en de onbaatzuchtigheid maar volgens die van het egoïstisch bezit en van het gebruik van de ander als middel.

Dit heeft in het bijzonder terugslag op de visie op de menselijke seksualiteit, welke haar waardigheid van dienst aan de gemeenschap en aan de gave van mensen aan elkaar verliest en gereduceerd wordt tot een simpel consumptieartikel. Zodoende gaat de affectieve ervaring van vele jongeren niet over in een harmonieuze en vreugdevolle van de eigen persoonlijkheid die zich openstelt voor de ander in de zelfgave, maar in een ernstige psychologische en ethische regressie die hun toekomst zwaar belast.

Aan de wortel van deze tendensen ligt bij vele jongeren een misvormde evaring van de vrijheid: verre van gehoorzaamheid aan de objectieve en universele waarheid te zijn wordt de vrijheid beleefd als een blind toegeven aan de instinctieve krachten en aan de machtswil van de enkeling. Op het vlak van de mentaliteit en het gedrag wordt dan de afbrokkeling van de overeenstemming inzake de ethische beginselen op zekere wijze natuurlijk, terwijl op het godsdienstige vlak, zoal niet steeds een expliciete verwerping van God dan toch wel een wijdverbreide onverschilligheid natuurlijk wordt, alsmede een leven dat op zijn meest belangrijke ogenblikken en in zijn meest beslissende keuzen geleid wordt alsof God niet bestaat. Een dergelijke context bemoeilijkt niet slechts de verwerkelijking maar het begrijpen zelf van de zin van een roeping tot het priesterschap, dat een specifiek getuigenis is van de voorrang van het zijn op het hebben en een erkenning van de zin van het leven als vrije en verantwoordelijke gave van zichzelf aan de anderen, als bereidheid zich geheel ten dienste te stellen van het Evangelie en van het Rijk van God in speciale vorm.

Ook in het milieu van de kerkgemeenschap vormt de wereld van de jongeren vaak een “probleem”. Terwijl men bij de jongeren nog meer dan bij de volwassenen een sterke neiging aantreft tot subjectivering van het christelijke geloof en tot een slechts gedeeltelijke en voorwaardelijke deelname aan het leven en de zending van de Kerk, komt in de kerkgemeenschap om vele redenen slechts moeizaam een aangepaste en moedige jongerenpastoraal van de grond. De jongeren dreigen aan zichzelf overgelaten te worden, overgeleverd aan hun psychische zwakheid, onvoldaan en kritisch tegenover een wereld van volwassenen die zich niet aan hen voordoen als geloofwaardig voorbeeld omdat zij het geloof niet op samenhangende en rijpe wijze beleven.

Dan wordt duidelijk dat het moeilijk is aan de jongeren een integrale en allesomvattende ervaring van christelijk en kerkelijk leven voor te houden en hen daartoe op te voeden. Zo blijft het perspectief van de roeping tot het priesterschap ver afstaan van de concrete en levende belangstelling van de jongeren.

Gelukkig zijn er echter ook positieve situaties en prikkels, die in het hart van de jeugd en de jongeren een nieuwe bereidwilligheid opwekken en voeden alsmede een waarachtig en echt zoeken van ethische en geestelijke waarden, welke uiteraard een vruchtbaar terrein bieden voor de weg van een roeping tot volledige gave van zichzelf aan Christus en aan de Kerk in het priesterschap.

Allereerst moet opgemerkt worden hoe sommige verschijnselen die in het jongste verleden vele problemen hebben opgeleverd, afgezwakt zijn, zoals de radicale contestatie, de drang naar anarchisme, de utopische eisen, de willekeurige vormen van socialisatie, het geweld.

Men moet verder erkennen dat ook de jongeren van nu met de typische kracht en frisheid van hun leeftijd dragers zijn van idealen welke zich een weg banen in de geschiedenis: de dorst naar vrijheid, de erkenning van de onmetelijke waarde van de mens, de behoefte aan waarachtigheid en doorzichtigheid, een nieuwe opvatting en stijl van de wederkerigheid in de relaties tussen man en vrouw, het overtuigend en hartstochtelijk zoeken van een meer rechtvaardige, saamhorige en verenigde wereld, de openheid voor en de dialoog met allen, de inzet voor de vrede.

De rijke en levendige ontwikkeling bij vele jongeren van onze tijd van talrijke en gevarieerde vormen van vrijwilligerswerk, dat gericht is op de meest vergeten en moeilijke situaties van onze maatschappij, vertegenwoordigt nu een zeer bijzonder hulpmiddel voor de opvoeding, omdat het de jongeren aanspoort tot een meer onbaatzuchtige levensstijl, welke meer openstaat voor solidariteit met de armen, en hen daarin steunt. Deze levensstijl kan het begrip voor, het verlangen naar en het aannemen van een roeping tot blijvende en totale dienstbaarheid aan de anderen vergemakkelijken, ook op de weg van de volledige toewijding aan God door het priesterleven.

De recente ineenstorting van de ideologieën, de sterk kritische wijze van opstelling tegenover de wereld van de volwassenen, die niet altijd een getuigenis geven van een leven dat gewijd is aan de morele en transcendente waarden, de ervaring van vrienden die zoeken te vluchten in drugs en geweld, dragen er veel toe bij om de fundamentele vraag aangaande de waarden welke werkelijk volledig zin aan het leven, het lijden en de dood kunnen geven, meer dringend en onontkoombaar te maken. De vraag naar godsdienst en de behoefte aan spiritualiteit worden bij veel jongeren nadrukkelijker. Vandaar het verlangen naar ervaringen van afzondering en gebed, de terugkeer naar een meer persoonlijke en regelmatige lezing van het Woord van God en naar de studie van de theologie.

Zoals in het milieu van het maatschappelijke vrijwilligerswerk, zo worden de jongeren ook in het milieu van de kerkgemeenschap steeds meer actieve protagonisten, vooral door deelname aan de verschillende verenigingen, zowel aan de traditionele maar vernieuwde als aan de meer recente. De ervaring van een Kerk die opgeroepen wordt tot de “nieuwe evangelisatie” door de trouw aan de Geest die haar bezielt, en door de eisen van een wereld die ver van Christus afstaat maar Hem nodig heeft, alsmede de ervaring van een Kerk die steeds meer solidair is met de mensen en de volkeren in de verdediging en de bevordering van de menselijke waardigheid en de mensenrechten van allen en van ieder, openen het hart en het leven van de jongeren voor fascinerende en verplichtende idealen, welke hun concrete verwerkelijking kunnen vinden in het volgen van Christus en in het priesterschap.

Natuurlijk moet men met deze menselijke en kerkelijke situatie, die gekenmerkt is door sterke ambivalentie, rekening houden, niet alleen in de roepingenpastoraal en in het werk van de vorming van de toekomstige priesters, maar ook in het kader van het leven en het dienstwerk van de priesters en van hun permanente vorming. Terwijl men zo de verschillende vormen van “crisis” kan begrijpen waaraan de priesters van nu onderhevig zijn in de uitoefening van hun ambt, in hun geestelijk leven en ook in de interpretatie zelf van de aard en de betekenis van het gewijde priesterschap, moet men ook met vreugde en hoop de nieuwe positieve mogelijkheden opmerken die het huidige moment van de geschiedenis de priesters biedt voor de vervulling van hun zending.

Document

Naam: PASTORES DABO VOBIS
Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 25 maart 1992
Copyrights: © 1992, Stg. R.K. Voorlichting, Oegstgeest
Bewerkt: 1 juli 2021

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test