
H. Paus Johannes Paulus II - 12 juni 1984
Eminentie,
dierbare broeders in Christus,
De ontmoeting tussen broeders in de naam van de Heer Jezus is altijd een bron van vreugde. Uw zo broederlijke ontvangst vergroot mijn vreugde me onder u te bevinden. Ik dank u van ganser harte.
In deze dagen die volgen op het feest van Pinksteren dat dit jaar op dezelfde zondag werd gevierd door katholieken en orthodoxen, concentreert onze overweging zich op de komst van de Heilige Geest en op de buitengewone werken welke Hij verwezenlijkt onder de mensen. Zo vertoont zich aan ons het visioen van de eerste christelijke gemeenschap, vervuld van de Heilige Geest: 'Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed' (Hand. 2, 42). De apostelen en de eerste leerlingen hadden de komst van de Geest afgewacht 'allen eensgezind volhardend in het gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders' (Hand. 1, 14). Daarom houden wij niet op in afwachting van de volledige gemeenschap tussen onze kerken op deze gave te hopen door Hem te smeken, die de eenheid verwezenlijkt: 'De Trooster, de Geest der waarheid, die overal aanwezig is en alles vervult'.
Dit orthodoxe centrum van het oecumenisch patriarchaat waarborgt door zijn verschillende werkzaamheden een broederlijke dienst voor alle orthodoxe kerken en bevordert een beter begrip tussen het Oosten en het Westen. Dit wederzijds begrip moet nog verdiept worden en gezuiverd van elk vooroordeel of vals oordeel, voordat de waarheid ons vrij maakt. Tot dit doel, om een nieuwe generatie voor te bereiden welke gevormd is in de dialoog en door de dialoog, worden hier regelmatig samenspraken gehouden. Ik wens dat ze door de Heer worden gezegend en vruchten dragen.
Via uw personen groet ik ook alle orthodoxe kerken die hier hun secretariaat hebben voor de voorbereiding van hun 'groot en heilig concilie'. De concilie-ervaring is zowel in haar voorbereidingsfase als in die van haar verwezenlijking en toepassing vruchtbaar voor het leven van de kerk en voor haar zending. In diepe gemeenschap met u wens ik, dat de voorbereiding van uw concilie zich afspeelt onder de best mogelijke voorwaarden, dat het voor u een rijke ervaring meebrengt en dat het moge beantwoorden aan de noden van de orthodoxe kerken in de verschillende situaties waarin zij leven en getuigenis mag geven van de gestorven en verrezen Christus voor het heil van alle mensen door de verkondiging van het onveranderlijke woord van God. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft een beslissende bijdrage geleverd aan.het zoeken van de volle eenheid onder de Christenen, want de vernieuwing van de kerken is innig verbonden met de grote zaak van de eenheid. Ik herinner me de concilieaula. De aanwezigheid van de waarnemers die door de andere kerken, met inbegrip van de orthodoxe kerken, waren afgevaardigd, bracht op zichzelf de trieste werkelijkheid van onze scheidingen tot uitdrukking, maar ze getuigde ook van het diepe gemeenschappelijke verlangen de volle eenheid terug te vinden. En het was een bron van vreugde, soms zelfs van enthousiasme. Iedereen weet ook hoe de bezinning van de concilievaders voordeel heeft getrokken uit de aanwezigheid van de afgevaardigde waarnemers.
Ik dank u nogmaals voor uw zo hartelijke ontvangst, en van hieruit zou ik ook nog mijn hartelijke groet willen richten aan mijn dierbare broeder, zijne heiligheid patriarch Demetrios I; ik bewaar trouw in mijn hart de kostbare herinnering aan onze ontmoeting en ik hoop dat de Heer ons zal geven deze te hernieuwen.
Over u allen die in dit centrum in dienst staat van de orthodoxe kerken roep ik de goddelijke zegen af.
'De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen!' (2 Kor. 13, 13). Amen.