• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
   Dit is een werkvertaling

Wij hebben ons beperkt tot een kort onderzoek van de nieuwe misorde in zijn belangrijkste afwijkingen van de theologie van de katholieke Heilige Mis. De door ons aangeduide vaststellingen betreffen slechts de grondvorm van de nieuwe misorde. Een volledige evaluatie van de valstrikken, de gevaren en van de spiritueel zowel als psychologisch destructieve elementen, die dit document zowel in de teksten als in de rubrieken en in de instructies bevat, zou een veel omvangrijker arbeid vereisen.

Slechts kort zijn wij op de nieuwe "eucharistische hooggebeden" ingegaan, daar die reeds meer dan eens en vanuit competente hoek naar vorm en inhoud werden bekritiseerd. Staan we echter even stil bij het "2de eucharistisch hooggebed" in het bijzonder dat de gelovigen onmiddellijk ergerde door zijn uiterste kortheid en schraalheid. Men heeft getracht om die voor te stellen als de "canon van Hippolytus", ofschoon hij nauwelijks enig woordgebruik van deze oude canon heeft bewaard. Meer zelfs, eigenlijk bestaat deze oude canon niet! Hij werd immers door dom Botte, benedictijn van de Keizersberg te Leuven, opgesteld. Met behulp van verschillende oude liturgische documenten vervaardigde hij een canon die hij aan de tegenpaus Hippolytus (217-235) toeschreef. Geen enkel manuscript geeft echter die tekst, zodat het hier veeleer gaat om een soort compilatie van her en der zwervende stukjes uit verschillende bronnen van verschillende tijden. Het geschiedkundig onderzoek heeft daarenboven vastgesteld dat er twee tijdgenoten met de naam Hippolytus waren: de tegenpaus en een in nevelen gehulde oosterse bisschop. Men weet hoegenaamd niet aan wie van beide personen men deze canon moet toeschrijven, want geen enkele oorkonde bewijst dat de tegenpaus Hippolytus deze "canon" voor liturgisch gebruik heeft opgesteld. (Noot van de Vertaler) Over deze tweede canon werd o.a. geschreven dat hij met een volledig gerust geweten zou kunnen worden gebruikt door een priester die niet meer in de transsubstantiatie noch in het offerkarakter van de Mis gelooft en dat hij daarom zonder enig probleem door een protestantse dominee zou kunnen worden aangewend.

Het nieuwe missaal werd in Rome voorgesteld als een "overvloedige aanwinst voor het pastorale dienstwerk", als "een eerder pastorale dan wetgevende tekst", waarin de bisschoppenconferenties al naar gelang de omstandigheden en de geest van de verschillende volkeren veranderingen zouden kunnen aanbrengen. Overigens is Sectie I van de nieuwe Congregatie voor de Goddelijke Eredienst verantwoordelijk voor de "uitgave en voortdurende herziening van de liturgische boeken". Dit vond onlangs een weerklank in het officiële blad van de liturgische raden van Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk waarin werd gezegd: "De Latijnse teksten moeten in de talen van de verschillende volkeren vertaald worden; de 'Romeinse' stijl moet aan het eigene van iedere plaatselijke kerk aangepast worden; datgene wat vanuit een tijdloos concept werd opgesteld, moet omgezet worden in het veranderende verband van de concrete omstandigheden, in het steeds levende leven van de wereldkerk en haar ontelbare qemeenschappen. Gottesdienst, nr.9, 14 mei 1969
Tegen de uitdrukkelijke wil van het Tweede Vaticaans Concilie geeft de apostolische constitutie H. Paus Paulus VI - Apostolische Constitutie
Missale Romanum
ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica (3 april 1969)
zelf de genadestoot aan de universele taal van de Kerk wanneer het onomwonden beweert "dat in de verscheidenheid van zovele talen één (?) en hetzelfde gebed ( ... ) geurender dan welke wierook ook omhoog zal stijgen". De dood van het Latijn geldt dus als bezegeld. En de dood van het gregoriaans, dat het concilie toch als "eigen aan de Romeinse liturgie" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 116 erkende door de verordening dat het "de eerste plaats inneemt" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 116 volgt logischerwijze daaruit - o.a. reeds door de vrije keuze van de teksten voor de intrede- en tussenzang.

De nieuwe ritus, die men als pluralistisch en experimenteel voorstelt, is dus vanaf het begin voortdurend onderworpen aan de verscheidenheid van tijd en plaats. Nadat aldus de eenheid van eredienst is vernietigd, waaruit zal nu die eenheid in het geloof bestaan die daaruit voortkwam en waarover men altijd gesproken heeft als over "een verheven werkelijkheid" die compromisloos verdedigd moest worden?

Uit dit alles wordt het overduidelijk dat de nieuwe Misorde niet meer de uitdrukking van het geloof van het Concilie van Trente wil zijn. Aan dit geloof echter is het katholieke geweten voor altijd gebonden. Hieruit volgt dat de waarachtige katholiek zich dus door de uitvaardiging van de nieuwe Misorde in een tragisch dilemma ziet verstrikt.

Document

Naam: KORT KRITISCH ONDERZOEK VAN DE NIEUWE MISORDE
Soort: Alfredo Kardinaal Ottaviani - Brief
Auteur: Alfredo Kardinaal Ottaviani en Antonio Kardinaal Bacci
Datum: 5 juni 1969
Copyrights: © 2005, Ecclesia Dei
Werkvert.: Ecclesia Dei; alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 6 augustus 2020

Referenties naar dit document

 
Geen dossiers gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test