• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
   Dit is een werkvertaling

Laten wij beginnen met de definitie van de Mis. Ze werd in Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969)
geplaatst. Dit hoofdstuk draagt als titel: "De opbouw, elementen en onderdelen van de Mis".

Deze definitie luidt: "De maaltijd des Heren of de Mis is de heilige samenkomst of vergadering van het volk Gods, dat onder voorzitterschap van een priester samenkomt om de gedachtenis aan de Heer te vieren. Om dergelijke omschrijving te staven, verwijst de nieuwe misorde in de noot naar twee teksten van Vaticanum ll. Als men echter deze beide teksten leest, dan vindt men niets wat een dergelijke definitie zou kunnen rechtvaardigen. De eerste tekst van beide teksten komt uit het decreet Presbyterorum Ordinis (§ 5) en luidt aldus: " .. .De priesters worden door God gewijd, via het dienstambt van de bisschop, om de heilige geheimen te vieren als dienaar van Hem die Zijn priesterlijke ambt altijd voor ons uitoefent in de liturgie ... Vooral dragen zij in de viering van de H. Mis op sacramentele wijze het Offer van Christus op". En hier de tweede tekst waarnaar wordt verwezen, uit de constitutie Sacrosanctum Concilium (§ 33): " In de liturgie spreekt God tot Zijn volk, verkondigt Christus altijd nog het Evangelie. Het volk dan, antwoordt met gezang en gebed. De gebeden echter die door de priester die in de persoon van Christus de vergadering voorzit, tot God worden gericht, worden in de naam van het gehele heilige volk en alle aanwezigen gesproken". Het is onverklaarbaar hoe men uit deze teksten de vernoemde definitie kon afleiden. Tevens moet op de radicale misvorming en verdraaiing worden gewezen die de formulering van de H. Mis van het Tweede Vaticaans Concilie (Presbyterorum Ordinis, § 5) in deze definitie onderging: "De samenkomst tot viering van de eucharistie is dus het centrum van de gemeenschap der gelovigen". In de nieuwe misorde liet men het woord "centrum" verdwijnen, waarop het woord "gemeenschap" de plaats van het centrum overnam. Daarom geldt voor de plaatselijke samenkomsten van de heilige Kerk bij uitstek de belofte van Christus; 'Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden' (Mt. 18, 20)".

De definitie van de Mis is dus herleid tot die van een "maaltijd". Dit wordt voortdurend herhaald (in Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969)
). Deze "maaltijd" wordt o.m. gekenschetst als een vergadering die de priester voorzit en als een bijeenkomst tot hernieuwing van "de gedachtenis aan de Heer", doordat men aan datgene herinnert wat Hij op Witte Donderdag heeft gedaan. Daarin ligt niets besloten van het volgende:

  1. de werkelijke tegenwoordigheid;
  2. de werkelijkheid van het Offer;
  3. de sacramentele rol van de consacrerende priester;
  4. de in zichzelf liggende waarde van het Eucharistische Offer, onafhankelijk van de aanwezigheid van de vergadering. Op de volgende wijze bekrachtigt het Concilie van Trente de werkelijke tegenwoordigheid: "Voor alles leert en belijdt het heilig Concilie openlijk en onomwonden dat in het verheven sacrament van de heilige Eucharistie, na de consecratie, Onze Heer Jezus Christus als ware God en mens, waarachtig, werkelijk en wezenlijk in de gedaante van deze zintuiglijk waarneembare dingen aanwezig is" (OS 1965 nr. 1636 & DM 1969 blz. 405). In de twaalfde zitting van het Concilie van Trente, die ons hier vooral interesseert, is de vastgestelde leer in negen canons duidelijk samengevat: I. -De H. Mis is een waarachtig, zichtbaar Offer en geen symbolische voorstelling: "waardoor het datgene wat een enkele maal aan het Kruis op bloedige wijze moest worden volbracht tegenwoordig stelt en zijn heil brengende kracht tot vergeving van de zonden, die dagelijks door ons worden gedaan, moet worden aangewend" (OS 1740 & DM 415). ll. -"Onze Heer Jezus Christus verklaarde Zichzelf tot de 'voor eeuwig volgens de orde van Melchisedech aangestelde Priester' (Ps. 109, 4) en bood Zijn Lichaam en Bloed onder de gedaanten van brood en wijn aan de Vader aan en schonk ze ter nuttiging onder het teken van dezelfde gedaanten aan de apostelen die Hij toen als priesters van het Nieuwe Verbond aanstelde. Hij beval hen en hun opvolgers in het priesterschap Zijn Lichaam en Bloed op te dragen met de woorden: 'Doet dit tot Mijn gedachtenis' (Le. 22, 19; 1 Cor: Il, 24), zoals de katholieke Kerk het altijd heeft begrepen en geleerd" (OS & DM, ibid.). Diegene die celebreert, aanbiedt, offert, is de daartoe gewijde priester; niet het volk Gods, de vergadering: "Als iemand zegt dat Christus met deze woorden: 'Doet dit te Mijn gedachtenis' de apostelen niet als priesters heeft aangesteld of niet heeft beschikt dat zijzelf en de overige priesters Zijn lichaam en Zijn bloed moeten offeren: hij zij in de ban" (Canon 2, OS 1752 & DM 419). III-Het H. Misoffer is een waarachtig zoenoffer en niet "slechts een herdenking van het aan het Kruis volbrachte Offer". "Als iemand zegt dat het H. Misoffer slechts lofprijzing en dankzegging of een simpele gedachtenis is van het aan het Kruis volbrachte Offer; maar geen zoenoffer; of als iemand zegt dat het slechts diegenen van nut zijn die de Christus ontvangen, maar dat het niet opgedragen mag worden voor de levenden en de afgestorvenen, voor de zonden, straffen, genoegdoening en andere aangelegenheden: hij zij in de ban" (OS 1735 & DM 149). Men denke verder aan canon 6: "Als iemand zegt dat de canon van de H. Mis dwalingen bevat en daarom afgeschaft moet worden: hij zij in de ban" (DS 1756 & DM 149). Men denke aan canon 8: "Als iemand zegt dat de HH. Missen waarbij slechts de priester sacramenteel communiceert ongeoorloofd zijn en daarom afgeschaft moeten worden: hij zij in de ban." (DS 1758 & DM 149).

In één woord: deze definitie bevat geen enkele van de dogmatische gegevens die wezenlijk voor de Mis zijn en die in hun geheel haar ware definitie uitmaken. De weglating van dogmatische elementen op deze plaats kan slechts gewild zijn. Een dergelijke weglating staat gelijk aan hun "overschrijding", en daarom, tenminste in de praktijk, aan hun ontkenning. Onnodig te zeggen dat als één enkel van de afgekondigde dogma's zou worden geloochend, ipso facto alle leerstukken in elkaar zouden storten, met daarbij zelfs het principe van de onfeilbaarheid van het opperste en plechtig hiërarchisch leergezag (de paus alleen, of met het concilie).

In het tweede deel van Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969)
(nieuwe definitie) verergert men nog de zwaarwegende dubbelzinnigheid. Men beweert er dat voor deze vergadering waaruit de Mis bestaat "bij uitstek" de belofte van Christus geldt: "Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden" (Mt. 18, 20). Maar deze belofte betreft slechts de geestelijke tegenwoordigheid van Christus met Zijn genade. Door de opeenvolging van de gegevens kan uit Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969)
worden afgeleid dat deze geestelijke aanwezigheid van Christus, afgezien van de sterkere intensiteit, kwalitatief op dezelfde hoogte staat als de substantiële eigenlijke tegenwoordigheid in het eucharistisch Sacrament.

In de Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969)
wordt de Misliturgie in twee gedeelten verdeeld: de "liturgie van het woord" en de "liturgie van de Eucharistie". Hierbij beweert men zonder enig onderscheid dat in de Mis de "tafel van het Woord van God" evenals de "tafel van het Lichaam van Christus" wordt klaargemaakt, opdat de gelovigen "onderricht en verkwikt worden". Zoals we later nog zullen zien, vormt dit een volledig onwettige gelijkschakeling van de beide onderdelen der liturgie; alsof het twee tekenen met dezelfde symboolwaarde zouden zijn. De algemene inleiding van de nieuwe Misorde gebruikt talloze verschillende benamingen voor de Mis. Al die uitdrukkingen zijn aanvaardbaar, als ze op relatieve wijze worden gebruikt. Ze zijn echter alle af te wijzen als ze, zoals hier gebeurt, afzonderlijk en absoluut gesteld worden gebruikt. Laten wij er enkele van noemen: "handeling van Christus en het Godsvolk", "Maaltijd van de Heer", "Paasmaal", "gemeenschappelijke deelname aan de tafel van de Heer", "eucharistisch gebed", "woord- en Eucharistieliturgie", enz.

Hieruit komt maar al te duidelijk naar voren dat de opstellers van de nieuwe Misorde "maaltijd" en "gedachtenis" willen benadrukken in plaats van de (onbloedige) hernieuwing van het Calvariëoffer. Ook de omschrijving "gedachtenisviering van het lijden en de verrijzenis des Heren" is onjuist. De Mis verwijst uitdrukkelijk naar het ene Offer, dat in zichzelf verlossend is, terwijl de verrijzenis de vrucht is die uit het Offer voortvloeit. Als men de intentie had om het "Unde et memores" te hernemen, dan had men daarbij ook de Hemelvaart aan toe moeten voegen. Maar dit gebed is overigens geen mengelmoes van wezenlijk verschillende werkelijkheden. Het maakt duidelijk een fijn onderscheid: " ... indachtig niet alleen het zalig lijden, maar ook de verrijzenis uit de dood, alsook de roemvolle Hemelvaart". Het lijden wordt noodzakelijkerwijze en krachtens de Mis zelf herdacht. De verrijzenis en de Hemelvaart worden er aan toegevoegd omwille van de geloofssamenhang. Wij zullen verder zien met welke voortdurende samenhang dezelfde dubbelzinnigheden nadrukkelijk worden benadrukt en herhaald, zelfs in de consecratiewoorden zelf en de nieuwe Misorde in zijn geheel.

Document

Naam: KORT KRITISCH ONDERZOEK VAN DE NIEUWE MISORDE
Soort: Alfredo Kardinaal Ottaviani - Brief
Auteur: Alfredo Kardinaal Ottaviani en Antonio Kardinaal Bacci
Datum: 5 juni 1969
Copyrights: © 2005, Ecclesia Dei
Werkvert.: Ecclesia Dei; alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 6 augustus 2020

Referenties naar dit document

 
Geen dossiers gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test