
Alfredo Kardinaal Ottaviani en Antonio Kardinaal Bacci - 5 juni 1969
KORT KRITISCH ONDERZOEK VAN DE NIEUWE MISORDE | |||
► | Definitie van de Mis |
Laten wij beginnen met de definitie van de Mis. Ze werd in Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969) geplaatst. Dit hoofdstuk draagt als titel: "De opbouw, elementen en onderdelen van de Mis".
Deze definitie luidt: "De maaltijd des Heren of de Mis is de heilige samenkomst of vergadering van het volk Gods, dat onder voorzitterschap van een priester samenkomt om de gedachtenis aan de Heer te vieren. Om dergelijke omschrijving te staven, verwijst de nieuwe misorde in de noot naar twee teksten van Vaticanum ll. Als men echter deze beide teksten leest, dan vindt men niets wat een dergelijke definitie zou kunnen rechtvaardigen. De eerste tekst van beide teksten komt uit het decreet Presbyterorum Ordinis (§ 5) en luidt aldus: " .. .De priesters worden door God gewijd, via het dienstambt van de bisschop, om de heilige geheimen te vieren als dienaar van Hem die Zijn priesterlijke ambt altijd voor ons uitoefent in de liturgie ... Vooral dragen zij in de viering van de H. Mis op sacramentele wijze het Offer van Christus op". En hier de tweede tekst waarnaar wordt verwezen, uit de constitutie Sacrosanctum Concilium (§ 33): " In de liturgie spreekt God tot Zijn volk, verkondigt Christus altijd nog het Evangelie. Het volk dan, antwoordt met gezang en gebed. De gebeden echter die door de priester die in de persoon van Christus de vergadering voorzit, tot God worden gericht, worden in de naam van het gehele heilige volk en alle aanwezigen gesproken". Het is onverklaarbaar hoe men uit deze teksten de vernoemde definitie kon afleiden. Tevens moet op de radicale misvorming en verdraaiing worden gewezen die de formulering van de H. Mis van het Tweede Vaticaans Concilie (Presbyterorum Ordinis, § 5) in deze definitie onderging: "De samenkomst tot viering van de eucharistie is dus het centrum van de gemeenschap der gelovigen". In de nieuwe misorde liet men het woord "centrum" verdwijnen, waarop het woord "gemeenschap" de plaats van het centrum overnam. Daarom geldt voor de plaatselijke samenkomsten van de heilige Kerk bij uitstek de belofte van Christus; 'Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden' (Mt. 18, 20)".
De definitie van de Mis is dus herleid tot die van een "maaltijd". Dit wordt voortdurend herhaald (in Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969)). Deze "maaltijd" wordt o.m. gekenschetst als een vergadering die de priester voorzit en als een bijeenkomst tot hernieuwing van "de gedachtenis aan de Heer", doordat men aan datgene herinnert wat Hij op Witte Donderdag heeft gedaan. Daarin ligt niets besloten van het volgende:
In één woord: deze definitie bevat geen enkele van de dogmatische gegevens die wezenlijk voor de Mis zijn en die in hun geheel haar ware definitie uitmaken. De weglating van dogmatische elementen op deze plaats kan slechts gewild zijn. Een dergelijke weglating staat gelijk aan hun "overschrijding", en daarom, tenminste in de praktijk, aan hun ontkenning. Onnodig te zeggen dat als één enkel van de afgekondigde dogma's zou worden geloochend, ipso facto alle leerstukken in elkaar zouden storten, met daarbij zelfs het principe van de onfeilbaarheid van het opperste en plechtig hiërarchisch leergezag (de paus alleen, of met het concilie).
In het tweede deel van Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969) (nieuwe definitie) verergert men nog de zwaarwegende dubbelzinnigheid. Men beweert er dat voor deze vergadering waaruit de Mis bestaat "bij uitstek" de belofte van Christus geldt: "Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden" (Mt. 18, 20). Maar deze belofte betreft slechts de geestelijke tegenwoordigheid van Christus met Zijn genade. Door de opeenvolging van de gegevens kan uit Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969) worden afgeleid dat deze geestelijke aanwezigheid van Christus, afgezien van de sterkere intensiteit, kwalitatief op dezelfde hoogte staat als de substantiële eigenlijke tegenwoordigheid in het eucharistisch Sacrament.
In de Congregatie voor de Riten
Institutio Generalis Missale Romanum
Editio Typica (6 april 1969) wordt de Misliturgie in twee gedeelten verdeeld: de "liturgie van het woord" en de "liturgie van de Eucharistie". Hierbij beweert men zonder enig onderscheid dat in de Mis de "tafel van het Woord van God" evenals de "tafel van het Lichaam van Christus" wordt klaargemaakt, opdat de gelovigen "onderricht en verkwikt worden". Zoals we later nog zullen zien, vormt dit een volledig onwettige gelijkschakeling van de beide onderdelen der liturgie; alsof het twee tekenen met dezelfde symboolwaarde zouden zijn. De algemene inleiding van de nieuwe Misorde gebruikt talloze verschillende benamingen voor de Mis. Al die uitdrukkingen zijn aanvaardbaar, als ze op relatieve wijze worden gebruikt. Ze zijn echter alle af te wijzen als ze, zoals hier gebeurt, afzonderlijk en absoluut gesteld worden gebruikt. Laten wij er enkele van noemen: "handeling van Christus en het Godsvolk", "Maaltijd van de Heer", "Paasmaal", "gemeenschappelijke deelname aan de tafel van de Heer", "eucharistisch gebed", "woord- en Eucharistieliturgie", enz.
Hieruit komt maar al te duidelijk naar voren dat de opstellers van de nieuwe Misorde "maaltijd" en "gedachtenis" willen benadrukken in plaats van de (onbloedige) hernieuwing van het Calvariëoffer. Ook de omschrijving "gedachtenisviering van het lijden en de verrijzenis des Heren" is onjuist. De Mis verwijst uitdrukkelijk naar het ene Offer, dat in zichzelf verlossend is, terwijl de verrijzenis de vrucht is die uit het Offer voortvloeit. Als men de intentie had om het "Unde et memores" te hernemen, dan had men daarbij ook de Hemelvaart aan toe moeten voegen. Maar dit gebed is overigens geen mengelmoes van wezenlijk verschillende werkelijkheden. Het maakt duidelijk een fijn onderscheid: " ... indachtig niet alleen het zalig lijden, maar ook de verrijzenis uit de dood, alsook de roemvolle Hemelvaart". Het lijden wordt noodzakelijkerwijze en krachtens de Mis zelf herdacht. De verrijzenis en de Hemelvaart worden er aan toegevoegd omwille van de geloofssamenhang. Wij zullen verder zien met welke voortdurende samenhang dezelfde dubbelzinnigheden nadrukkelijk worden benadrukt en herhaald, zelfs in de consecratiewoorden zelf en de nieuwe Misorde in zijn geheel.